WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
A
Waarschuwingslampje motor
op stand-by
Raadpleeg de paragraaf "Stop and Start-
functie" in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje motor
kan niet op stand-by worden
gezet
Raadpleeg de paragraaf "Stop and Start-
functie" in hoofdstuk 2.
(4/4)
Φ
Controlelampjes
heidsregelaar en snel-
heidsbegrenzer
Raadpleeg de paragrafen "Snelheids-
regelaar" en "Snelheidsbegrenzer" in hoofd-
stuk 2.
Waarschuwing bij verlies van
bandenspanning
Raadpleeg de paragraaf "Waarschuwing bij
verlies van bandenspanning" in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje weglig-
gingscontrole
Raadpleeg de paragraaf "Hulp-en correctie-
systemen tijdens het rijden", hoofdstuk 2.
É
C o n t r o l e l a m p j e
voorverwarming(dieselmotor)
Met contact aan, moet het oplichten. Het
geeft aan dat voorverwarmingsstiften
werken.
Het dooft als de voorverwarming klaar is. De
motor kan starten.
snel-
Š‰
Indicatielampjes voor overscha-
kelen naar de volgende versnel-
ling
Ze lichten op om u te adviseren naar een
hogere versnelling (pijl omhoog) of lagere
versnelling (pijl omlaag) te schakelen.
Controlelampje ECO-modus.
Dit gaat branden wanneer de ECO
-modus wordt geactiveerd.
Raadpleeg de paragraaf "Tips voor het
rijden, zuinig rijden" in hoofdstuk 2.
ß
Waarschuwingslampje vergeten
autogordels voor
Bij het starten van de motor licht het op het
centrale display op en als de auto ongeveer
16 km/u rijdt en de autogordel niet is vastge-
maakt, gaat het knipperen en klinkt er een
geluidssignaal gedurende ongeveer twee
minuten.
Afhankelijk van de auto knippert dit als de
gordel van de passagier voorin niet is vast-
gemaakt.
2
Waarschuwingslampje geopend(e)
portier(en)
1.87