Download Print deze pagina

Advertenties

SLEPEN: pechhulp

(1/2)
– Gebruik een starre sleep-
stang. Indien u een touw of
kabel gebruikt bij het slepen
(als dit wettelijk toegestaan is),
moet de auto die gesleept wordt nog
kunnen remmen.
– De auto die gesleept wordt, moet te
allen tijde bestuurbaar zijn.
– Tijdens het slepen, moet zo veel
mogelijk het plotseling gas geven of
remmen vermeden worden om be-
schadiging aan de auto te voorko-
men.
– U mag in geen geval sneller rijden
dan 25 km/u.
– Duw de auto niet aan als de stuurko-
lom is vergrendeld.
Bij stilstaande motor werken de
stuur- en rembekrachtiging niet
meer.
Verwijder niet de contactsleutel
of de card uit de lezer tijdens
het slepen.
Het stuurwiel mag niet op het stuurslot
staan en de contactsleutel moet in de
stand "M" (contact aan) staan, zodat de
remlichten en de alarmknipperlichten
kunnen werken. 's Nachts moet de auto
zijn verlicht.
Koppel een eventuele aanhangwagen
los.
Bovendien moeten in ieder land geldende
wettelijke voorschriften voor het slepen in
acht worden genomen en mag het max. toe-
gelaten aanhangergewicht van de slepende
auto niet worden overschreden.
Ga naar een merkdealer.
Gebruik nooit de assen of de aandrijfassen.
De sleeppunten mogen alleen gebruikt
worden om de auto mee te slepen: het mag
in geen geval gebruikt worden om de auto
direct of indirect aan op te hijsen.
5.33

Advertenties

loading