3. Opnamemodussen
Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
Opnamefunctie:
De wazigheid van de achtergrond kan gemakkelijk ingesteld worden terwijl u het
beeldscherm controleert.
1
Druk op [Fn4] om het instellingenscherm weer te geven.
2
Stel de wazigheid in door aan de modusknop op de
achterkant te draaien.
Sterke defocus
•
Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het opnamescherm.
Als het aanraakscherm gebruikt wordt
∫
1 Raak [
] aan.
2 Raak [
] aan om het instellingenbeeldscherm te laten
weergeven.
3 Versleep de belichtingsmeter om de wazigheid in te
stellen.
•
Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het
opnamescherm.
•
Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [Fn4] te drukken zal de instelling
gewist worden.
•
In de Intelligent Auto modus (
De positie van de AF-zone kan ingesteld worden door het scherm aan te raken (de grootte van
de zone kan niet veranderd worden).
•
Al naargelang de gebruikte lens kan een lensgeluid gehoord worden als Defocus Control
gebruikt wordt. Dit komt door de opening van de lens en duidt niet op een storing.
•
Al naargelang de gebruikte lens kan het werkgeluid van Defocus Control opgenomen worden
tijdens het opnemen van een video, als deze functie gebruikt wordt.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Al naargelang de gebruikte lens, kan het zijn dat Defocus Control niet werkt.
Raadpleeg de website voor compatibele lenzen.
Zwakke defocus
of
) wordt Auto Focusmodus op [Ø] gezet.
88
SS
SS
SS
500
250
125
60
30
F
F
4.0
5.6
8.0
AE