10. Afspelen en bewerken van beelden
•
Het aantal afdrukken kan ingesteld worden tussen 0 en 999.
•
Afhankelijk van de printer kunnen de afdrukinstellingen van de datum van de printer voorrang
krijgen, dus controleer dit als dat het geval is.
•
Het zou niet mogelijk kunnen zijn de afdrukinstellingen te gebruiken met andere apparatuur. In
dit geval, alle instellingen annuleren en de instellingen opnieuw instellen.
•
Als u beelden in een groep op [Print inst.] instelt, wordt het aantal beelden dat aan [Print inst.]
toegevoegd wordt en het totale aantal beelden dat afgedrukt moet worden, weergegeven op de
[Print inst.]-icoon van het bovenste beeld van de groep.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
–
Bewegende beelden
–
4K-burst-bestanden
–
Beelden die opgenomen zijn met [
–
Bestand dat niet overeenkomt met de DCF-standaard
[Beveiligen]
U kunt een beveiliging instellen voor opnames waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk
gewist kunnen worden.
1
Selecteer het menu.
>
MENU
2
Selecteer de opname.
•
Verlaat het menu nadat het ingesteld is.
Alle [Beveiligen] instellingen annuleren
∫
Selecteer het menu.
>
[Afspelen] > [Beveiligen] > [Annul]
MENU
•
Het bevestigingsbeeldscherm wordt weergegeven. Het wordt uitgevoerd als [Ja] geselecteerd
wordt.
Verlaat het menu na de uitvoering.
Zelfs als u beelden niet beveiligt op een kaart, kunnen deze niet gewist worden
wanneer de Schrijfbeveiligingschakelaar van de kaart ingesteld staat op [LOCK].
•
Het kenmerk [Beveiligen] is alleen aanwezig om met dit toestel te werken.
•
Zelfs als u beelden op een kaart beveiligt, worden ze gewist wanneer de kaart wordt
geformatteerd.
•
Als u beelden in een groep als [Beveiligen] instelt, wordt het aantal beelden met de
[Beveiligen]-instelling weergegeven op de [Beveiligen]-icoon van het bovenste beeld van de
groep.
]
(P63)
[Afspelen] > [Beveiligen] > [Enkel]/[Multi]
(P266)
(P63)
287