3. Opnamemodussen
[Zonneschijn]
Instelling van de lichtbron
∫
U kunt de positie en de grootte van de lichtbron veranderen.
1
Druk op [Fn4] om het instellingenscherm weer te geven.
•
Het instelscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [
en van [
].
2
Druk op 3/ 4 / 2 / 1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen .
•
De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken.
•
Het midden van de lichtbron kan naar de rand van het scherm bewogen worden.
Punt waarop het midden van de lichtbron
geplaatst kan worden
Er kan een natuurlijker aanblik gecreëerd worden
door het midden van de lichtbron buiten het beeld te
plaatsen.
3
U kunt de grootte van de lichtbron ook regelen door
aan de modusknop op de achterkant te draaien.
•
De weergave kan ook vergroot/verkleind worden door deze op het scherm samen te
knijpen/te spreiden.
•
Als u op [DISP.] drukt zal de instelling van de lichtbron weer op de fabrieksinstelling gezet
worden.
4
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
•
De weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd worden en het scherm
zal eruit zien als of er frames wegvallen.
Dit effect voegt invallend licht toe aan de scène.
Items die ingesteld kunnen worden
Kleur
•
Selecteer de gewenste kleurtoon door
aan de modusknop op de achterkant
te draaien en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Gele toon/Rode toon/Blauwe toon/Witte toon
125
]