11. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Versturen van een beeld telkens wanneer een opname gemaakt wordt
([Afbeeldingen versturen tijdens opname])
1
Selecteer het menu.
>
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] >
MENU
[Afbeeldingen versturen tijdens opname] > [Cloud-synchr. service]
2
Selecteer [Via netwerk] en maak de verbinding.
3
Kijk de verzonden instellingen na en selecteer [Inst.].
•
Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.].
4
Opnamen maken.
•
Volg onderstaande stappen om de verbinding te beëindigen:
>
MENU
•
U kunt de verbinding beëindigen of de verzonden instellingen veranderen door op [Wi-Fi]
te drukken.
(P292)
U kunt de instellingen niet veranderen terwijl u beelden verzendt. Wacht tot het verzenden
klaar is.
Selecteer de beelden en verstuur ze ([Afbeeldingen versturen van camera])
1
Selecteer het menu.
>
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] >
MENU
[Afbeeldingen versturen van camera] > [Cloud-synchr. service]
2
Selecteer [Via netwerk] en maak de verbinding.
3
Kijk de verzonden instellingen na en selecteer [Inst.].
•
Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.].
4
Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren].
[Enkelvoudig select.] instelling
1 Selecteer de opname.
2 Selecteer [Inst.].
[Multi selecteren] instelling
1 Selecteer de opname. (herhalen)
•
De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw
geselecteerd wordt.
2 Selecteer [Uitvoer.].
•
Het aantal beelden dat door [Multi selecteren]
verzonden kan worden, is beperkt.
•
Het bevestigingsscherm wordt afgebeeld. Dit gebeurt wanneer [Ja] geselecteerd wordt.
•
Om de verzonden instellingen te veranderen op een scherm dat weergegeven wordt
nadat het beeld verzonden is, druk dan op [DISP.]. Selecteer [Exit] om de verbinding te
beëindigen.
(P63)
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Ja]
(P63)
(P328)
(P328)
322
(P336)
(P336)