8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Stap op het loopvlak en raak de thuistoets of de
terugtoets op het scherm aan of druk op de toets
Stop op het bedieningspaneel. Er zal een samen
vatting van de oefening op het scherm verschijnen.
Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te
keren naar het hoofdscherm als u het oefening
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
of bewaren of publiceren met een van de opties
op het scherm. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui
ken, zet u de aan/uitschakelaar in de stand Off
(uit) en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
18.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
U kunt drukken op de toets Incline (helling) of de
toets Speed (snelheid) op het bedieningspaneel,
om een vooraf ingestelde oefening te kiezen. Let
op: U kunt ook op de toets met het hardlopertje
drukken op het scherm om het menu oefeningen te
kiezen.
Kies dan de gewenste oefening. Het scherm zal
de naam, de duur en de afstand van de oefening
weergeven. Het scherm zal ook het geschatte
aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult
verbranden en een profiel van de snelheid en/of
hellinginstellingen van de oefening weergeven.
3. Start de oefening.
Druk lichtjes op de toets Start Workout (oefening
starten) om de oefening te laten beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loop
band te bewegen. Houd de handleuningen vast en
begin te lopen.
Elke oefening is in verschillende segmenten
verdeeld. Er is één snelheidsinstelling en één hel
linginstelling voor elk segment geprogrammeerd.
Let op: Dezelfde snelheids en/of hellinginstelling
kan/kunnen voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd worden.
Het profiel zal tijdens de oefening uw vordering
tonen. Tik op of schuif over het scherm om uw pro
fiel te bekijken. De verticaal gekleurde lijn zal het
huidige segment van de oefening aangeven. Het
onderste profiel geeft de hellinginstelling van het
huidige segment weer. Het bovenste profiel geeft
de snelheidsinstelling van het huidige segment
weer.
Aan het einde van het eerste segment van de oefe
ning, zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheids en/of hellinginstellingen voor het
volgende segment.
22