Reiniging en onderhoud
46
,
Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een
stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen
die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat
eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voor-
komt zo kalkafzetting.
Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen,
mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
– afwasmiddelen.
– soda-, alkali-, ammoniak-, zuur- of chloridehoudende reini-
gingsmiddelen.
– kalkoplossende reinigingsmiddelen.
– vlekken- en roestverwijderaars.
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloei-
baar schuurmiddel en reinigingssteen.
– oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.
– reinigingsmiddelen voor afwasautomaten.
– grill- en ovensprays.
– glasreinigers.
– schurende harde borstels en sponsjes (zoals pannen-
sponsjes) en gebruikte sponsjes die nog resten schuur-
middel bevatten.
– vlekkensponsjes.
– puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de keramische plaat en de lijst
dan wel tussen lijst en werkblad niet beschadigd raken).