Inhoudsopgave
Advertenties
5.2.5.5 Voorruit ontdoen van ijs/aanslag
(1) Bij lopende motor (stationair toerental) aanjager-
draaischakelaar (5-6/1) in stand „3" zetten.
(2) Onderste verstelbare uitstroomopeningen (5-7/2)
sluiten.
(3) Bovenste verstelbare uitstroomopeningen (5-7/1)
openen en luchtstroom op de voorruit richten.
AANWIJZING
Als de voorruit vrij is van aanslag respectievelijk
ijs, aanjagerdraaischakelaar in stand „2" of „1"
zetten en onderste uitstroomopeningen eventueel
openen.
5.3
Buiten bedrijf stellen
5.3.1
Machine wegzetten
(1) Op stevige ondergrond stoppen, bij voorkeur niet op
een helling.
(2) De bak resp. het aanbouwapparaat op de grond
zetten.
(3) Rijschakelaar (4-10/11) in „0"-stand zetten.
(4) Parkeerrem (4-9/3) aantrekken.
GEVAAR
Als het parkeren op een aflopende helling onver-
mijdelijk is, moeten naast de aangetrokken
parkeerrem voor de wielen van de vooras aan
de aflopende zijde spievormige blokken worden
gelegd en de inknikbeveiliging worden aange-
bracht. Op een stijgende helling moeten blokken
voor de wielen van de achteras eveneens aan de
aflopende zijde worden gelegd.
5.3.2
Dieselmotor afzetten
ATTENTIE
Als de dieselmotor erg warm is resp. sterk werd
belast, de motor voor het afzetten even stationair
laten draaien.
De contactsleutel naar links in stand „0" (5-1) draaien en
uit het contactslot nemen.
5.3.3
Verwarmings- en ventilatiesysteem
uitschakelen
(1) Warme-lucht-toevoer (5-6/2) afzetten.
(2) Zet de aanjager-draaischakelaar (5-6/1) in stand „0".
5.3.4
Machine verlaten
(1) Bedieningshendels voor werk- en extra hydrauliek
(4-8/4 en 4-8/5) vastzetten (4-8/6) (achterste stand).
(2) Accuhoofdschakelaar (SA) (8-36/1) met ca. 2 slagen
tegen de wijzers van de klok in losnemen.
(3) Contactsleutel uitnemen en portieren sluiten.
P070/P071/P085/P086/P100/P101
Bediening
5-7
5
Advertenties
Inhoudsopgave
