Inhoudsopgave
Advertenties
1.5.1.34 Tijdens pauzes en bij beëindiging van het werk moet
de bestuurder de machine op een stevige en bij voorkeur
vlakke ondergrond neerzetten en tegen wegrijden beveiligen.
1.5.2
Speciale werkzaamheden in het kader
van het gebruik van de machine en verhelpen
van storingen tijdens het werk; afvoer van
afvalstoffen
1.5.2.1 Handel volgens de in de gebruikshandleidingen
(machine en motor) beschreven voorschriften met betrek-
king tot instel-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden
en -intervallen. Houdt u tevens aan de voorschriften voor de
vervanging van onderdelen of uitrustingsstukken. Deze
werkzaamheden mogen uitsluitend door vakkundig
personeel worden uitgevoerd.
1.5.2.2 Let erop, dat bij alle werkzaamheden met be-
trekking tot het functioneren, ombouwen of de instelling
van de machine en bij alle handelingen betreffende de
veiligheid zoals inspectie, onderhoud en reparaties, het in-
en uitschakelen volgens de gebruikshandleidingen (machine
en motor) plaatsvindt en dat de onderhoudsvoorschriften
in acht worden genomen!
1.5.2.3 Schakel voor alle onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden de motor uit!
1.5.2.4 Zorg ervoor, dat bij alle onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden de stabiliteit van de machine of het
aanbouwapparaat gewaarborgd is.
1.5.2.5 Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen worden uitgevoerd, als het aanbouwapparaat op de
grond staat of wordt ondersteund of wanneer er maatregelen
zijn getroffen, die voorkomen dat de machine gaat bewegen.
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden onder de
shovelarm moet
- de shovelarm mechanisch worden ondersteund:
bv. shovelarmsteun (speciale uitvoering) na het losdraaien
van de bevestigingsschroef/-moer van de voorwagen
links afnemen en in de hefcilinder leggen (1-1/pijl),
- de bedieningshendels voor werk- en extra hydrauliek
vastzetten (1-2/pijl) (achterste stand).
1.5.2.6 Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden bij
het knikgewricht, moet dit tegen inknikken worden beveiligd.
Pen uit de achterste aanhangerinrichting nemen en in
knikgewricht plaatsen (knikbeveiliging) (1-3/pijl).
ATTENTIE
- Bij het plaatsen van de pen moet de besturing
in de rechtuitstand staan.
- Bij geplaatste knikbeveiliging mag de besturing
niet bediend worden.
1.5.2.7 Indien nodig, de ruimte, waarbinnen het onder-
houd plaatsvindt, goed afschermen!
1.5.2.8 Als de machine bij reparatie en onderhoud com-
pleet is uitgeschakeld, moet men voorkomen, dat de
machine onverwachts gestart kan worden:
- De sleutel uit het contactslot nemen en
- aan de afgekoppelde accu of aan de accuhoofdschakelaar
een waarschuwingsplaatje aanbrengen.
Dit geldt vooral bij werkzaamheden aan delen van de
elektrische installatie.
P070/P071/P085/P086/P100/P101
Veiligheidsregels
Afbeelding 1-1
Afbeelding 1-2
Afbeelding 1-3
1
1-7
Advertenties
Inhoudsopgave
