28
28
– Het draadeinde moet ongeveer 20 cm recht en niet scherp zijn (eventueel afvijlen). Een scherp draadeinde kan de
draaddoorvoerpijp, de liner en het draadmondstuk van het laspistool beschadigen.
– Trek een stukje draad los van de draadhaspel. Voer de draad door de draadgeleider naar de aandrijfrollen. Laat de
drukhevel op de aandrijfrollen zitten!
– Druk de laspistoolschakelaar in en leid een stuk draad door de aandrijfrollen naar het laspistool. Zorg ervoor dat de
draad in de groeven van beide aandrijfrollen zit.
– Druk de pistoolschakelaar in tot de draad uit het mondstuk komt.
De automatische invoering kan bij dunne draad soms mis gaan (Fe, Fc, Ss: 0,6...0,8 mm, Al: 0,8...1,0 mm). De aandrijfrollen
moeten dan eventueel losgemaakt worden om de draad met de hand door de aandrijfrollen te voeren.
5.6. DRUKINSTELLING
De druk van de aandrijfrollen wordt geregeld d.m.v. schroef (20) zodat de draad gelijkmatig in de draaddoorvoerpijp wordt
gevoerd. De draad mag niet gaan slippen bij de aandrijfrollen als de draad die uit het draadmondstuk komt een kleine weerstand
ondervindt.
Bij een te grote druk wordt de draad platgedrukt en wordt de beschermlaag beschadigd. Dat veroorzaakt extra
wrijving en een versnelde slijtage van de aandrijfrollen.
5.7. INSTELLEN VAN DE SPANNING VAN DE DRAADHASPELREM
41
5.8. WERKSTUKKABEL
Bevestig de klem van de werkstukkabel zorgvuldig, bij voorkeur direct op het te lassen werkstuk. Het contactoppervlak moet
zo groot mogelijk zijn.
Maak de bevestigingspunten vrij van verf en roest.
Gebruik voor uw MIG-installatie bij de stroomsterkte passende doorsnede. Te dunne kabels kunnen spanningsverlies en
oververhitting veroorzaken. Ga na of het gebruikte laspistool de max. lasstroom die men wil gebruiken aankan.
5.9. KOELEENHEID
De Kempoweld heeft een ingebouwde koeleenheid. Alle instellingen en koelfuncties zijn ingebouwd in de stroombron.Lees
de paragraaf „KOELEENHEID" in de gebruiksaanwijzing voor de Kempoweld.
5.10. BESCHERMGAS
Gasflessen zijn hogedrukvaten. Zij kunnen ontploffen als het gevolg van (om)vallen!
Voor het lassen van roestvrij staal, worden normaal gesproken gemengde gassen gebruikt. Controleer of de afsluiter van de
gasfles geschikt is voor het gas. De hoogte van de lasstroom is gezet overeenkomstig de lasstroom gebruikt in het werk. Een
geschikte lasstroom is normaal gesproken 8 - 10 l/min. Indien de gasstroom niet geschikt is, wordt de lasverbinding poreus.
Neem contact op met uw lokale Kemppi-dealer voor het kiezen van gas en equipement
5.10.1. Installeren van gasfles
Plaats de gascylinder altijd verticaal op een plaats of onderwagen die daar speciaal voor ingericht is. Sluit de
afsluiter van de cylinder na het lassen.
© COPYRIGHT KEMPPI OY
– Controleer of de groef van de aandrijfrol dezelfde diameter heeft als de gebruikte
lasdraad. De juiste groef van de aandrijfrol wordt gekozen door het verplaatsen
van de sluitring (28). De selectie ring van het aangedreven wiel moet ook worden
verplaatst. (zie tabel op pagina 4).
– Maak het draadeinde los van de haspel en knip het omgebogen stukje af. Let op dat
de draad niet afwikkelt van de haspel.
De remkracht kan worden ingesteld door aan de schroef (41) in de draadhaspelnaaf
te draaien.
Stel de remkracht zo in dat de draad niet te ver afrolt van de haspel nadat de aandrijfrollen
tot stilstand zijn gekomen. De remkracht hangt af van de draadaanvoersnelheid.
Wanneer men de rem te strak zet, wordt de motor onnodig belast.
KEMPOWELD WIRE 400, 550 / 0530 – 9