OPMERKING
De keuze van de hierna genoemde mogelijkheden is afhankelijk van het geselecteerde
merk en het voertuigtype:
•
Functies
•
Onderdelengroepen
•
Systemen
•
Data
Ga ter activering van een actuator als volgt te werk:
1. Steek de DT VCI in de diagnose-aansluiting van het voertuig.
Beide leds van DT VCI knipperen. DT VCI is operationeel.
2. Voer stappen 1–11 uit zoals beschreven in hoofdstuk Voertuigselectie (Pagina 37).
3. Selecteer en bevestig >Actuator<.
4. Gewenste onderdelengroep selecteren en bevestigen.
5. Let op de eventuele waarschuwing.
6. Bevestig eventueel met ENTER waarschuwing.
7. Gewenst systeem selecteren en bevestigen.
8. Selecteer indien nodig meer subfuncties.
9. Let op info- en instructievenster.
10. Bevestig met ENTER het info- en instructievenster.
Communicatie met voertuig wordt opgebouwd.
OPMERKING
Beschikt het geselecteerde voertuig over een automatische actuatortest dan
worden achtereenvolgens alle ECU's en de hiermee verbonden actuatoren
automatisch aangestuurd.
OPMERKING
Voordat met een volgende actuatortest kan worden begonnen moet eerst de
lopende actuatortest zijn beëindigd.
11. Activeer via
en ENTER de gewenste component.
Actuatortest wordt uitgevoerd.
Na succesvolle uitvoering van actuatortest verschijnt de tekst: Actuatortest succesvol uitgevoerd.
Werken met het apparaat
Diagnose
47