7. Gewenst systeem selecteren en bevestigen.
8. Eventueel informatievenster in acht nemen.
9. Bevestig eventueel met ENTER informatievenster.
10. Selecteer indien nodig meer subfuncties.
Communicatie met voertuig wordt opgebouwd. Alle uitgelezen foutcodes worden weergegeven.
11. Gewenste foutcode selecteren en bevestigen.
Betreffende reparatiehulp verschijnt.
De reparatiehulp omvat:
•
Foutcode-nummer en evt. het origineel foutcode-nummer
•
Fouttitel
•
Verklaring van functie en taak van de component
•
Mogelijke gevolgen
•
Mogelijke oorzaken, wanneer en onder welke omstandigheden zich de fout voordeed en deze
werd opgeslagen.
•
Algemene diagnoses die onafhankelijk zijn van het type voertuig en die voor het betreffende
probleem niet steeds op alle voertuigen van toepassing zijn
12. Repareer het voertuig. Verwijder vervolgens de opgeslagen foutcodes uit het voertuigsysteem.
8.3.2.2
Globale test foutcode-lezen
De globale test controleert alle ECU's die in de software aan het voertuig zijn toegewezen op foutcode-
vermeldingen.
Ga voor het uitvoeren van de globale test met foutcode-lezen als volgt te werk:
VOORZICHTIG
Losraken van de DT VCI bij bediening van de koppeling
Letselgevaar/gevaar van materiële schade.
Ga vóór het starten als volgt te werk:
1. Parkeerrem aantrekken.
2. Stationair inschakelen.
3. Let op info- en instructievenster.
OPMERKING
Aangezien de opgeslagen foutcodes na de globale test met foutcode-wissen niet meer
kunnen worden opgeroepen, raden wij u aan om eerst de globale test met foutcode-
lezen uit te voeren.
OPMERKING
De keuze van de hierna genoemde mogelijkheden is afhankelijk van het geselecteerde
merk en het voertuigtype:
•
Functies
•
Onderdelengroepen
•
Systemen
•
Data
Werken met het apparaat
Diagnose
42