8.3.2
Foutcode
Wanneer bij de interne test de ECU een fout in de functie van een component herkent, dan wordt in zijn
geheugen een foutcode opgeslagen en het bijbehorende waarschuwingslampje gaat branden. Het
apparaat leest de foutcode uit en geeft deze in tekstvorm weer. Over de foutcode staat informatie ter
beschikking, bijvoorbeeld de mogelijke oorzaken en gevolgen van de fout.
8.3.2.1
Foutcodes uitlezen
Ga voor foutcode-lezen als volgt te werk:
1. Steek de DT VCI in de diagnose-aansluiting van het voertuig.
Beide leds van DT VCI knipperen. DT VCI is operationeel.
2. Voer stappen 1–11 uit zoals beschreven in hoofdstuk Voertuigselectie (Pagina 37).
3. Selecteer en bevestig >Foutcode<.
4. Gewenste onderdelengroep selecteren en bevestigen.
5. Neem eventuele info- en instructievensters in acht.
6. Bevestig eventueel met ENTER het info- en instructievenster.
VOORZICHTIG
Losraken van de DT VCI bij bediening van de koppeling
Letselgevaar/gevaar van materiële schade.
Ga vóór het starten als volgt te werk:
1. Parkeerrem aantrekken.
2. Stationair inschakelen.
3. Let op info- en instructievenster.
OPMERKING
De keuze van de hierna genoemde mogelijkheden is afhankelijk van het geselecteerde
merk en het voertuigtype:
•
Functies
•
Onderdelengroepen
•
Systemen
•
Data
Werken met het apparaat
Diagnose
41