6. Selecteer en bevestig >Kenteken< of >VIN<.
7. Open met
8. Voer >Kenteken< of >VIN< in.
9. Met ESC virtueel toetsenbord sluiten.
10. Met ENTER invoer bevestigen.
11. Met F1 invoer bevestigen.
De invoer wordt automatisch opgeslagen.
Voor >Diagnose< is nu de voertuigselectie uitgevoerd, de gegevens worden opgeslagen in de >Car
History<.
Het apparaat gaat automatisch naar de diagnoseselectie.
8.2.1
Voertuig identificeren via VIN
Ga om een voertuig te identificeren via VIN als volgt te werk:
1. Steek de DT VCI in de diagnose-aansluiting van het voertuig.
Beide leds van DT VCI knipperen. DT VCI is operationeel.
2. Selecteer en bevestig in het hoofdmenu >Diagnose<.
3. Gewenste fabrikant selecteren en bevestigen.
4. Met >F1< VIN identificeren.
Communicatie met voertuig wordt opgebouwd. Keuzelijst verschijnt.
De betreffende voertuigen worden uit de database geselecteerd.
5. Selecteer het gewenste voertuig.
virtueel toetsenbord.
OPMERKING
Uitlezen van het VIN via DT VCI is niet bij ieder voertuig mogelijk.
BELANGRIJK
Kortsluiting en spanningspieken bij aansluiting van de DT VCI
Gevaar van vernieling van voertuigelektronica.
Schakel het voertuigcontact uit vóór het aansluiten van de DT VCI in het voertuig.
Werken met het apparaat
Voertuigselectie
38