8 Werken met het apparaat
8.1
Symbolen
8.1.1
Symbolen in de header
S S y y m m b b o o l l e e n n
8.2
Voertuigselectie
Hier kunnen voertuigen worden geselecteerd naar onder andere de volgende parameters:
•
Fabrikant
•
Model
•
Type brandstof
Ga als volgt te werk voor het selecteren van een voertuig:
1. Selecteer en bevestig in het hoofdmenu >Diagnose<.
2. Selecteer gewenste fabrikant.
3. Gewenste brandstofsoort selecteren en bevestigen.
4. Gewenst model selecteren en bevestigen.
5. Gewenst voertuigtype selecteren en bevestigen.
Venster Kenteken/VIN verschijnt.
Hier kunnen kenteken, klantnaam (max. 11 tekens) of VIN (max. 17 tekens) worden ingevoerd.
A A a a n n d d u u i i d d i i n n g g
Laadtoestand accu
Hier wordt de laadtoestand van de accu weergegeven.
•
Symbool groen: accu is vol.
•
Symbool knippert groen-wit: accu wordt opgeladen.
•
Symbool gedeeltelijk rood: accu moet worden opgeladen.
Verbindingsstatus voertuig
Hier wordt de actieve/inactieve verbinding tussen pc en DT VCI
weergegeven. Via het symbool kan de actieve verbinding worden
weergegeven.
•
Symbool rood: verbinding met DT VCI inactief.
•
Symbool groen: verbinding met DT VCI actief.
Verbindingsstatus pc
Hier wordt de actieve/inactieve verbinding tussen toestel en pc
weergegeven. Via het symbool kan de actieve verbinding worden
weergegeven.
•
Symbool zwart: geen verbinding actief.
•
Symbool groen: verbinding actief.
OPMERKING
Een online-verbinding is vereist om alle beschikbare informatie te kunnen ophalen.
Werken met het apparaat
Symbolen
37