Onderhoudsmaatregelen
Wagens, rekken en inzetten,
Om veilig te stellen dat de wagens, rek-
ken en inzetten goed functioneren,
moet u deze dagelijks controleren. Bij
de automaat wordt een checklist gele-
verd.
U dient de volgende punten te controle-
ren:
– Zijn de loopwielen in orde en vast
verbonden met de wagen/inzet?
– Is de wagenaankoppeling juist inge-
steld en vastgeschroefd?
– Functioneren de afsluitdoppen in de
module-aankoppelingen van de wa-
gens (modulair systeem)?
– Zijn alle inspuiters, spoelhulzen en
slangadapters vast verbonden met
de wagen/inzet?
– Kunnen alle inspuiters, spoelhulzen
en slangadapters goed worden door-
gespoeld?
– Zitten de kapjes en afsluitingen ste-
vig op de spoelhulzen?
62
En voor zover van toepassing:
– Kunnen de sproeiarmen vrij draaien?
– Zijn de sproeikoppen van de sproei-
armen verstopt? Zie ook
"Onderhoudsmaatregelen - Sproeiar-
men reinigen".
– Zijn de magneten op de uiteinden
van de sproeiarmen aanwezig?
– Bevinden zich geen metalen delen
op de magneten van de sproeiar-
men?
– Is de magneetstrook van de automa-
tische wagenherkenning vrij van me-
talen voorwerpen?
– Zijn de schroeven van de rail voor de
magneten van de automatische wa-
genherkenning aangetrokken?
In het kader van de periodieke on-
derhoudswerkzaamheden aan de au-
tomaat na 1000 bedrijfsuren of mi-
nimaal eens per jaar moeten ook de
wagens, modules en inzetten worden
onderhouden.
Zie "Onderhoudsmaatregelen/Onder-
houd".