Toepassingsmogelijkheden
Laboratoriumglaswerk (LG)
Laboratoriumglaswerk met een wijde
hals (zoals bekerglazen, wijde erlen-
meyers en petrischalen) of met een
cilindervorm (zoals reageerbuizen) kun-
nen dankzij roterende sproeiarmen van
binnen en van buiten worden gereinigd
en gespoeld. Het glaswerk wordt ge-
plaatst in hele, halve en
kwartsegmentinzetten. Deze inzetten
worden in een leeg onder- of bovenrek
met sproeiarm gezet.
Voor laboratoriumglaswerk met een
nauwe hals (zoals nauwe erlenmeyers,
ronde kolven, maatkolven en pipetten)
zijn er speciale injectorwagens en
injectorrekken.
Hieronder volgen alleen algemene in-
structies die bij het voorbereiden en in-
ruimen van spoelgoed in acht moeten
worden genomen.
40
Spoelgoed inruimen
Voorbereiden
^ Maak het spoelgoed leeg alvorens u
het in de automaat zet (neem hierbij
de geldende voorschriften in acht).
,
Er mogen geen zuurresten of op-
losmiddelen, vooral geen zoutzuur
en chloride, in de spoelruimte te-
rechtkomen.
^ Verwijder bij petrischalen
voedingsbodems (agar).
^ Verwijder bij reageerbuizen (aange-
koekte) bloedresten.
^ Verwijder stoppen, kurken, etiketten,
lakresten, etc.
^ Plaats kleine voorwerpen, zoals stop-
jes en kraantjes, op de juiste wijze in
daarvoor geschikte rekken.
Let op!
^ Zet petrischalen en dergelijke met de
vuile kant naar de middelste dwarsas
gericht in de daarvoor bestemde in-
zet.
^ Plaats pipetten met de spitse kant
naar beneden.
^ Plaats 1/4-segmentinzetten op mini-
maal 3 cm afstand van de rand van
de wagen.