2. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het model 260-instrument mag alleen worden gebruikt door professionals die gekwalificeerd zijn
om audiometrische tests uit te voeren. Het is bedoeld voor gebruik als screening- en diagnostisch
hulpmiddel.
2.1. VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING VOORDAT U HET INSTRUMENT PROBEERT TE GEBRUIKEN
Om te voldoen aan de normen IEC 60601-1 voor veiligheid en IEC 60601-1-2 voor EMC, is de audiometer uitsluitend ontworpen
voor gebruik met de bijgeleverde medisch goedgekeurde netadapter, die is gespecificeerd als onderdeel van de apparatuur.
Gebruik geen ander type netadapter met dit instrument. Raadpleeg Hoofdstuk 12 voor het voorraadnummer van de
adapter.
De audiometer is alleen voor gebruik binnenshuis en mag alleen worden gebruikt zoals beschreven in deze handleiding.
De transducers die bij de audiometer worden geleverd, zijn er specifiek mee gekalibreerd; als deze transducers worden
vervangen, is kalibratie vereist.
Dompel het apparaat niet onder in vloeistoffen. Zie sectie 8 van deze handleiding voor de juiste reinigingsprocedure voor het
instrument en de accessoires en de functie van onderdelen voor eenmalig gebruik.
Gebruik het instrument niet in een zuurstofrijke omgeving of in de aanwezigheid van een ontvlambaar anesthesiemengsel of
andere brandbare stoffen.
Laat dit instrument niet vallen en stoot het niet. Als het instrument is gevallen of beschadigd is, stuur het dan terug naar de
fabrikant voor reparatie en/of kalibratie. Gebruik het instrument niet als u vermoedt dat het beschadigd is.
Het instrument moet worden opgeslagen en gebruikt binnen de gespecificeerde temperatuur-, druk- en vochtigheidsbereiken
(zie hoofdstuk 7 en 9).
Probeer het instrument niet te openen, modificeren of repareren. Retourneer het instrument naar de fabrikant of distributeur
voor alle reparatie- en servicevereisten. Door het instrument te openen vervalt de garantie.
2.2. OVERWEGINGEN OMTREND ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)
Medische elektrische apparatuur heeft speciale voorzorgsmaatregelen nodig met betrekking tot EMC en moet worden
geïnstalleerd en in gebruik worden genomen volgens de EMC-informatie in Appendix 3. Deze geeft richtlijnen voor de
elektromagnetische omgeving waarin het instrument moet worden gebruikt.
Draagbare en mobiele radiofrequente (RF) communicatieapparatuur kan medische elektrische apparatuur beïnvloeden.
Het instrument mag niet naast of gestapeld op andere apparatuur worden gebruikt; als dit nodig is, moet het instrument
worden geobserveerd om de normale werking te verifiëren.
2.3. GEBRUIK VAN NETSPANNING
De audiometer is ontworpen voor continu gebruik en wordt gevoed door een netadapter die wordt meegeleverd en
gespecificeerd als onderdeel van de apparatuur. Als vervanging nodig is, neem dan contact op met uw Amplivox-
distributeur.
Alle andere aansluitingen moeten worden gemaakt voordat u de uitgangskabel van de adapter aansluit op de POWER-
ingang aan de achterkant van de audiometer. Schakel de netvoeding in - de indicator op de adapter en de POWER-
indicator op de audiometer lichten beide groen op om aan te geven dat het instrument klaar is voor gebruik.
5 MODEL 260 GEBRUIKSAANWIJZING
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES