bewegen of de regensensor volledig opnieuw instellen (zie "Volledig nieuwe
instelling van de regensensor" onder "Basisinstelling" stap 2).
BELANGRIJK! Als de batterijspanning tijdens het proces van het opnieuw opstarten
voldoende hoog is, wordt de signaaloverdracht gestart. Als de batterijspanning echter te
laag is, schakelt/schakelen de sensor(en) over naar de stationaire modus (IDLE). In dat
geval moet de gebruiker de sensor(en) in een zeer lichte omgeving plaatsen, zodat de
interne, oplaadbare batterijen worden opgeladen.
MONTAGE VAN DE SENSOREN EN PLAATSING VAN DE DRAADLOZE
WEERGAVE:
BELANGRIJK: Zorg er voor de definitieve montage voor, dat alle sensorgegevens
correct vanaf de voorziene montagelocaties worden ontvangen. De buitensensoren
hebben een zendbereik van 50 meter. Houd er echter rekening mee dat deze waarde
alleen geldt voor het vrije veld, zonder obstakels. Elk obstakel (dak, wand, vloer, plafond,
enz.) reduceert dit bereik.
Bij afbeelding:
- Overzichtsdiagram draadloze gegevensoverdracht
- Zonne-energie-windsensor (zonnepaneel precies naar het zuiden richten)
- Zonne-energie-regensensor
- Thermo-hygro-sensor
- Draadloze weergave
- Om een voldoende krachtig signaal te garanderen, moeten wind- en regensensor
aan dezelfde zijde van het gebouw worden geplaatst als de thermo-hygro-sensor.
9