INSTELLING VAN DE EENHEDEN VOOR DE HOEVEELHEID REGEN
De hoeveelheid regen kan worden aangegeven in mm of inch (voorinstelling mm).
1. De eenheid voor de hoeveelheid regen knippert.
2. Druk voor het omschakelen tussen de eenheden "mm" of "inch" op de toetsen
▲ of ▼.
3. Druk ter bevestiging van de instelling en het openen van INSTELLING VAN DE
EENHEDEN VOOR RELATIEVE LUCHTDRUK op de SET-toets.
INSTELLING VAN DE EENHEDEN VOOR RELATIEVE LUCHTDRUK
De relatieve luchtdruk kan in hPa of in inHg worden weergegeven (voorinstelling hPa).
1. De eenheid voor relatieve luchtdruk knippert.
2. Druk voor het omschakelen tussen de eenheden "hPa" of "inHg" op de toetsen
▲ of ▼.
3. Druk ter bevestiging van de instelling en het openen van INSTELLING VAN DE
REFERENTIEWAARDEN VOOR DE RELATIEVE LUCHTDRUK op de SET-
toets.
INSTELLING VAN DE REFERENTIEWAARDEN VOOR DE RELATIEVE LUCHTDRUK
Tip: De vooringestelde referentiewaarde voor de luchtdruk bedraagt bij de eerste
plaatsing van de batterijen in de barometer 1013 hPa. Voor een exacte meting is het
noodzakelijk de barometer eerst in te stellen op de lokale relatieve luchtdruk
(afhankelijk van uw lokale hoogte boven zeeniveau). Vraag de huidige luchtdruk in
uw omgeving op bij een aanbieder van dergelijke informatie (lokaal weerstation,
internet, opticien, geschikt apparaat aan een openbaar gebouw, vliegveld, enz.).
17