zetten.
▲-Toets (pijl omhoog)
Druk op deze toets om te schakelen tussen de weergave van seconden of de
•
datum in de tijdweergave.
Druk in de instelmodus op de ▲-toets om de waarden van de verschillende
•
instellingen te verhogen.
Druk op de toets om het akoestische tijd- of weeralarmsignaal uit te
•
zetten.
Druk in de MIN/MAX-weergavemodus op deze toets om de opgeslagen MIN/MAX-
•
waarden te resetten.
Houd de toets 2 seconden ingedrukt om de draadloze weergave met de
•
sensoren te synchroniseren.
▼-Toets (pijl omlaag)
Druk op deze toets om de weergave van de hoeveelheid regen door de sequentie
•
Totaal, 1 Uur, 24 Uur, Week, Maand te laten lopen.
Druk in de instelmodus op de ▼-toets om de waarden van de verschillende
•
instellingen te verminderen.
Druk op de toets om het akoestische tijd- of weeralarmsignaal uit te
•
zetten.
ALARM-toets
Druk op deze toets om naar de instelmodus voor tijd- en weeralarm te
•
gaan.
Bevestig de afzonderlijke alarminstellingen met de ALARM-toets.
•
Druk op de toets om de handmatige instelmodus te verlaten.
•
•
Druk op de toets om het akoestische tijd- of weeralarmsignaal uit te
zetten.
Druk op de toets om de weergavemodus van de opgeslagen MIN/MAX-
•
waarden te verlaten.
MIN/MAX-toets
Druk op de MIN/MAX-toets om de opgeslagen MIN/MAX-waarden van de
•
verschillende weergegevens weer te geven.
Druk op de toets om het akoestische tijd- of weeralarmsignaal uit te
•
zetten.
Druk op de toets om de handmatige instelmodus te verlaten.
•
Druk op de toets om de instelmodus voor het weeralarm te verlaten.
•
LCD-BEELDSCHERM:
Als het Profi-weerstation succesvol een zendersignaal ontvangt, wordt het symbool ( )
ingeschakeld (zonder ontvangst zal het symbool niet op het scherm verschijnen). Zo kan
de gebruiker zien of de laatste ontvangst succesvol (symbool ( ) aan) of niet succesvol
was (symbool ( ) uit). Een knipperend symbool ( ) geeft aan dat er momenteel een
signaal wordt ontvangen.
12