2.5
Rijden met aanhanger
Bij het koppelen of ontkoppelen van een aanhanger voorzichtig te werk gaan.
Tijdens de koppel-/afkoppelmanoeuvres mogen er zich geen personen tussen de
2.6
Aan- en afslepen
Om ernstige schade aan het chassis en de opbouw te voorkomen, mag de
Het afslepen van andere voertuigen met de camper is alleen toegestaan als de
2.7
Gasinstallatie
Voor het rijden alle gasafsluiters en de hoofdafsluiter sluiten.
Bij het vullen van de brandstoftank, op veerponten en in de berging mag geen
De gasinstallatie alleen door een erkende geautoriseerde service-werkplaats laten
De gasinstallatie voor ingebruikneming, ten minste om de 2 jaar, door een erkende
Wanneer de gasinstallatie defect is (gaslucht, hoog gasverbruik) bestaat er
Open vóór ingebruikneming van open vuur (gasfornuis) een dakluik.
Het gasfornuis niet als verwarming gebruiken.
De afvoerbuis moet bij de verwarming en bij de open haard dicht en stevig
De uitlaatgassen moeten vrij kunnen ontsnappen in de open lucht en de frisse
Sluit de hoofdafsluiting op de gasfles af wanneer de camper of de gasapparaten
CAR-0001-02NL
camper en aanhanger ophouden.
sleepkabel of de sleepstang alleen aan het voorste sleepoog worden bevestigd bij
het aanslepen van de camper. Gebruik alleen een sleepkabel met voldoende
trekkracht die geschikt is voor de camper.
camper met een trekhaak is uitgerust. Anders bestaat er een risico op ernstige
schade aan het chassis en de opbouw.
Uitzondering: Wanneer een gasregelaar met botsingsensor is gemonteerd, mogen
de gasafsluiters van de verwarming en de hoofdafsluiter open gelaten worden,
wanneer de woonkamerverwarming tijdens het rijden aan moet zijn.
vuurplaats (gasfornuis, verwarming, boiler enz.) in werking zijn.
Explosiegevaar!
repareren of aanpassen.
geautoriseerde service-werkplaats laten controleren. Dit geldt ook voor niet
aangemelde voertuigen. Aanpassingen aan de gasinstallatie onmiddellijk laten
controleren door een erkende geautoriseerde service-werkplaats.
explosiegevaar! Sluit onmiddellijk het hoofdafsluitventiel op de gasfles. De ramen
en deuren openen en luchten. Niet roken, geen open vlammen aansteken en geen
elektrische schakelaars (startmotor, lichtschakelaar enz.) bedienen. Defect door
een geautoriseerde service-werkplaats laten verhelpen.
aangesloten zijn. De afvoerbuis mag niet beschadigd zijn.
lucht moet ongehinderd kunnen binnenstromen. Om die reden mogen er geen
sneeuwwallen of schotten tegen het voertuig aan liggen. Hou de
aanzuigopeningen vrij en schoon.
Veiligheidsinstructies
15
2