6
Wonen
Afb. 84
Het verduisteringsrolgordijn kan in gesloten toestand in het bovenste gedeelte naar
beneden getrokken worden, om lichtinval mogelijk te maken.
6.9.1.2
Verduisteringsrolgordijn zijraam en deur van de bestuurderscabine, geplooid
Afb. 85
Verduisteringsrolgordijn deur van de bestuurderscabine (A) openen/sluiten:
1. Rolgordijn (Afb. 85/1) in pijlrichting () openen.
2. Rolgordijn (Afb. 85/1) in pijlrichting () sluiten en met de magneet (Afb. 85/2)
Verduisteringsrolgordijn zijramen (B) openen/sluiten:
1. Rolgordijn (Afb. 85/3) in pijlrichting () openen.
2. Rolgordijn (Afb. 85/3) in pijlrichting () sluiten en met klemsluitingen (Afb. 85/4)
102
Verduisteringsrolgordijn
voorruit, met lichtinval
Verduisteringsrolgordijn
zijraam/deur van de
bestuurderscabine
vergrendelen.
vergrendelen.
CAR-0001-02NL