2
Veiligheidsinstructies
2.4.3
Veiligheidsvoorschriften veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Wanneer aan de passagierszijde een airbag aanwezig en geactiveerd is: Geen
Babystoeltjes indien mogelijk alleen op de tweede zitbank aanbrengen.
Wanneer niettemin een babystoeltje op de passagiersstoel aangebracht moet
Afb. 1
Volg voor het uitschakelen van de airbags de gebruiksaanwijzing van de
De sticker die over de airbag informeert, is in de handschoenenvakje (I-modellen)
Eerste zitrij
voorste bijrijdersstoel
Tweede zitrij
R
M
L
U
X
R: Alleen wanneer het voertuig van een 5e zitplaats (optie) is voorzien.
L, M: Mogelijkerwijs moeten voor correcte inbouw van het kinderzitje de bekleding
14
babystoeltje tegen de rijrichting in op de passagiersstoel aanbrengen. Wanneer de
airbag bij een botsing wordt geactiveerd, kan dit tot dodelijk persoonlijk letsel
leiden, onafhankelijk van de ernst van de botsing.
worden: De airbags aan de passagierszijde (frontairbag en zijairbag, indien
aanwezig) via het setup-menu uitschakelen.
Controleer of de airbags uitgeschakeld zijn. De led in de toets op het dashboard
moet gaan branden.
Bovendien de passagiersstoel helemaal naar achteren zetten, zodat het
babystoeltje niet tegen het dashboard kan stoten.
Stickers airbag
voertuigfabrikant.
of op de zonneklep (T-modellen) aangebracht.
R
M
L
= rechter zitplaats
= middelste zitplaats
= linker zitplaats
= geschikt voor "universele" bevestigingssystemen, die voor deze leeftijdsgroep goedgekeurd zijn
= stoel ongeschikt voor kinderen van deze leeftijdsgroep
worden verwijderd.
Leeftijdsgroepen
Groep 0
Groep 1
0-13 kg
9-18 kg
U
U
X
X
U
U
U
U
Groep 2
Groep 3
15-25 kg
22-36 kg
U
U
X
X
U
U
U
U
CAR-0001-02NL