Geleideblad en zaagketting plaatsen en afstellen
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
Voor een maximale levensduur van de
ketting plaatst u een nieuwe of
vervangende ketting een nacht in olie
alvorens u de ketting bevestigt.
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
De kettingrem moet volledig zijn
ontgrendeld voordat het
koppelingsdeksel wordt verwijderd of
geplaatst.
1. Draai met de dopsleutel de moer(en)
van het koppelingsdeksel linksom los
en neem ze uit.
2. Verwijder het koppelingsdeksel.
3. Verwijder de transport-
afstandshouder en gooi deze weg.
4. Plaats het geleideblad over de
geleidebladnok(ken) en de spanpen
van de ketting.
PAS OP!
Als het geleideblad en de spanpen
van de ketting niet juist zijn
uitgelijnd, kan ernstige schade
ontstaan aan het
koppelingsdeksel, het geleideblad,
de spanpen en/of de
motorkrukkast!
WAARSCHUWING!
De zaagtanden van de zaagketting
zijn erg scherp! Draag altijd
handschoenen wanneer u deze
aanpakt.
5. Leg de kettinglus over het aandrijfwiel
en lijn deze uit met de aandrijfschakels
in de groef van het geleideblad.
Controleer of de zaagtanden in de juiste
richting wijzen: de snijranden op de
bovenzijde van het blad moeten naar
voren zijn gericht. Zie stap 8 op de
volgende pagina als de ketting zich
moeilijk laat plaatsen of te kort lijkt.
6. Plaats het koppelingsdeksel over de
bladnok(ken) en draai de
bladmoer(en) handvast aan.
WAARSCHUWING!
Gebruik deze zaag nooit zonder
dat het koppelingsdeksel is
geplaatst.
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
Het juist afstellen van de ketting is
essentieel voor de beste prestaties, de
levensduur van de ketting en voor de
veiligheid van de gebruiker. Controleer
altijd de kettingspanning voor u deze
zaag gebruikt!
7. Plaats de zaag op een vlak oppervlak
en til de bladneus een stukje op.
Aandrijfwiel
8. Afstellen van de kettingspanning:
■ Draai de spanschroef van de ketting
rechtsom om de ketting aan te
spannen.
■ Draai de spanschroef van de ketting
linksom om de kettingspanning te
verlagen.
■ Houd de bladneus opgetild en draai
de instelschroef strakker of losser tot
de ketting in het midden van de
onderzijde van het blad net de
geleidebladrails raakt.
9. Draai de bladmoer(en) aan. De
zaagketting is juist aangespannen als
er geen speling meer is aan de
onderzijde van het geleideblad maar
de zaagketting toch vrij kan draaien.
Geleideblad
Nokken
Afstandshouder (weggooien)
Koppelingsdeksel
Moer
Steek de spanpen voor
de ketting in de opening
Zaagketting
7