STORINGEN OPLOSSEN
Probleem
Slechte versnelling.
Motor stopt abrupt.
Motor moeilijk of niet te stoppen.
Ketting draait bij stationair.
Overmatige trilling
OVERIGE PROBLEMEN
OVERIGE PROBLEMEN
OVERIGE PROBLEMEN
OVERIGE PROBLEMEN
OVERIGE PROBLEMEN
Mogelijke oorzaak
Verstopt luchtfilter.
Verstopt brandstoffilter.
Kettingrem geactiveerd.
Carburateurmengsel te rijk of te arm.
Stationair toerental te laag ingesteld.
Schakelaar uitgeschakeld.
Brandstoftank leeg.
Verstopt brandstoffilter.
Water in de brandstof.
Kortsluiting in bougie of losse
bedrading.
Ontstekingsspiraal defect.
Zuiger loopt vast.
Aardingsdraad (aan-/uitschakelaar) is
los of schakelaar is defect.
Oververhitting door onjuiste bougie.
Motor oververhit.
Stationair toerental motor te hoog.
Kapotte koppelingsveer of -schoen.
Wiel, ketting of blad versleten of
beschadigd.
Krukas verbogen.
Oplossing
Reinig het luchtfilterelement.
Vervang het brandstoffilter.
Controleer en/of test de rem.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
Afstellen: 2.800 (min
-1
).
Plaats de schakelaar in de stand AAN
('I') en start opnieuw.
Brandstof bijvullen.
Reinig of vervang het filter indien
nodig.
Aftappen; vervangen door schone
brandstof.
Reinig of vervang de bougie. Maak de
bedrading vast.
Vervang de ontsteking.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
Juiste bougie: NGK BPMR7A.
Laat de motor stationair draaien totdat
deze afkoelt.
Stationair toerental: 2.800 (min
Vervang veer/schoenen indien nodig.
Controleer en vervang
kettingonderdelen indien nodig.
Raadpleeg een erkende servicedealer.
-1
).
21