Bomen vellen (vervolg)
Dikke bomen vellen
(doorsnede meer dan 15 centimeter)
Als een boom verder gezond is en niet
overmatig instabiel, kan de valrichting
vaak worden gestuurd door de boom
eerst 'in te kepen' aan de kant waar u
wilt dat de boom valt.
Na het inkepen begint u iets hoger te
zagen aan de andere kant van de boom,
tegenover de geplande valrichting.
Het doel van deze methode is om een
stevig, houten 'scharnierpunt' te krijgen
waarover de boom tijdens het vallen kan
scharnieren.
1. Bepaal de richting waarin de boom zal
vallen.
2. Maak aan de kant waar de boom zal
vallen één zaagsnede van 90
ongeveer 1/3 van de
boomdoorsnede.
3. Blijf aan dezelfde kant van de boom.
Maak nu een zaagsnede met een
o
hoek van 45
ten opzichte van de
eerste zaagsnede. Maak deze snede
met een opwaartse beweging om
zoals afgebeeld een inkeping in de
boom te maken.
Gevelde stammen zagen
Technieken
■ Als de stam goed wordt ondersteund,
begint u aan de bovenkant van de
stam te zagen. Houd het geleideblad
parallel met de grond en zaag recht
naar beneden, maar zorg dat de zaag
de grond niet raakt.
■ Bij het zagen van gevelde stammen
bestaat er een grotere kans dat het
hout wordt samengeperst en het
geleideblad vastloopt. Door een of
meer zachte plastic of houten wiggen
te gebruiken, kunt u voorkomen dat
het blad tijdens het zagen vastloopt.
■ Gebruik twee zaagsneden wanneer u
in het midden van een niet-
ondersteunde boomstam zaagt.
1. Maak de eerste zaagsnede vanaf de
bovenkant tot circa 1/3 van de
stamdoorsnede.
2. Maak de zaagsnede af door vanaf de
onderzijde naar de eerste zaagsnede
toe te zagen.
Eerste zaagsnede
Tweede zaagsnede
4. Ga naar de andere kant van de boom.
Begin ongeveer 5 cm boven de
onderkant van de inkeping die u bij
stap 1-3 hebt gemaakt, en maak zoals
afgebeeld de laatste zaagsnede om de
boom te vellen.
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
Wanneer het geleideblad dreigt vast te
lopen in de zaagsnede, slaat u met een
hamer een of twee plastic of houten
wiggen in de zaagsnede achter het
geleideblad.
5. Stop de zaag en plaats deze op de
grond.
6. Verlaat het gebied snel via een
vluchtweg.
o
door
Valrichting
Inkeping
WAARSCHUWING!
Ga bij het zagen van omgevallen
boomstammen op een helling altijd
hoger staan dan het hout! Wees
bedacht op rollende of
verschuivende stammen! Gevelde
boomstammen kunnen onverwachts
verschuiven of gaan rollen tijdens
het zagen of verplaatsen!
■ Gebruik twee zaagsneden wanneer u
een uitstekend uiteinde van een niet-
ondersteunde, gevelde boomstam
afzaagt. Maak de eerste zaagsnede
aan de onderkant en zaag omhoog
door circa 1/3 van de
boomdoorsnede. Ga naar de
bovenkant van de stam en maak de
zaagsnede af door vanaf de
bovenzijde naar de eerste zaagsnede
toe te zagen.
Eerste zaagsnede (onderzijde)
Circa 1/3 van de boomdoorsnede
Als er geen goed houten
scharnierpunt in de boom ontstaat
tijdens het omvallen of 'achter
inzagen', kan de boom het
geleideblad van de zaag beknellen
en kan ook de valrichting van de
boom veranderen!
Maak de laatste zaagsnede voor
het vellen van de boom altijd
parallel aan de onderste
zaagsnede! Een zaagsnede in een
hoek kan de boom splijten en zelfs
de valrichting veranderen!
Scharnierpunt
Laatste
zaagsnede
voor vellen
Takken verwijderen
Een staande boom wordt doorgaans op
dezelfde wijze ontdaan van takken als
wanneer liggende stammen worden
gezaagd. Er wordt echter nog een
derde, laatste zaagsnede gemaakt om
het resterende deel van de tak te
verwijderen.
Wanneer u boven uw hoofd werkt
of zich overstrekt, is het gevaar op
terugslag groter! Reik niet te ver
van u af en zaag niet boven
Tweede zaagsnede
schouderhoogte!
(bovenzijde)
Wanneer u niet-ondersteunde stammen of
takken afzaagt, kunt u de kans op
versplinteren van het hout verkleinen door
te beginnen met een zaagsnede aan de
onderzijde.
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
3
2
1
WAARSCHUWING!
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING:
15