Reinigingsprocedure B
Reinigen:
1. Omschakelkraan drukarmatuur X in positie
I.
2. Roerwerk Z volledig openen.
3.
Start het reinigen.
Hoofd- en hulproerwerk worden gespoeld,
reiniging binnenzijde tank ingeschakeld.
Bij een vulpeil in de tank van 4% wordt de
reiniging automatisch beëindigd.
Roerwerken met 10% van de
spoelwatervoorraad spoelen.
Tank leegmaken:
4.
Schakel het spuiten in.
Verdunde resthoeveelheid tijdens de rit op
het al behandelde oppervlak uitbrengen.
Schakel de spuitfunctie tijdens het rijden
minstens 10 maal in en uit.
Net zolang verdunde resthoeveelheid
uitbrengen tot er lucht uit de spuitdop komt.
5.
Spuit de spuit leeg.
Reinigingsprocedure B herhalen.
De rest van de spoelwatervoorraad voor de
inwendige reiniging gebruiken en tot de laatste
resthoeveelheid uit laten lopen.
6. Laatste resthoeveelheid aftappen, zie
pagina 30.
7. Zuigfilter en drukfilter reinigen, zie pagina
31, 31.
HighFlow BAG0115.0 08.12
Reinigen van de spuit
21