Reinigingsprocedure B
14. Handbediening zuigarmatuur
.
15. Omschakelkraan X in positie I.
16. Roerwerk(en) I, Z volledig openen.
Roerwerken met 10% van de
spoelwatervoorraad spoelen.
17. Roerwerk(en) I, Z uitschakelen.
DUS: Spuitleidingen worden
automatisch gespoeld. Hiervoor 10%
van het spoelwater gebruiken.
18. Omschakelkraan drukarmatuur
.
B
19. Omschakelkraan
Inwendige reiniging met 10% van de
spoelwatervoorraad uitvoeren.
B
20. Omschakelkraan
21. Handbediening zuigarmatuur
.
22. Omschakelkraan drukarmatuur
.
23. Verdunde resthoeveelheid tijdens de rit op
het al behandelde oppervlak uitbrengen.
24. Via de boordcomputer meerdere malen
gedurende enkele seconden spuit uit- en
weer inschakelen,
Door het in- en uitschakelen worden
de ventielen en de retouren gespoeld.
Net zolang verdunde resthoeveelheid
uitbrengen tot er lucht uit de spuitdop komt.
Reinigingsprocedure B herhalen.
De rest van de spoelwatervoorraad voor de
inwendige reiniging gebruiken en tot de laatste
resthoeveelheid uit laten lopen.
25. Laatste resthoeveelheid aftappen, zie
pagina 30.
26. Zuigfilter en drukfilter reinigen, zie pagina
Seite 31, 31.
HighFlow BAG0115.0 08.12
G
in positie
A
in positie
openen
sluiten.
G
in positie
A
in positie
Reinigen van de spuit
15