6.3.9 Zaaischijven optillen
Bij machines met comforthydraulica de functie
1.
activeren,
zie bedieningshandleiding ISOBUS-software
"Voorkeuze voor hydraulische functies"
of
zie bedieningshandleiding "Bedieningscomputer".
Om de zaaischijven op te tillen, de
2.
zaaischijfdruk tot onder de waarde 0 verlagen.
Daarvoor tractorregeleenheid "groen 2" bedienen.
6.3.10 Zaaischijfeg instellen
6.3.10.1 Zaaischijfeg instellen
6.3.10.1.1 Zaaischijfeg in vlakke werkstand zetten
Bij het achteruitrijden klapt de egtand 1 naar voren
en ligt hij tegen de borgpen 2 . Daardoor hindert de
tand de naburige zaaischijf niet.
BELANGRIJK
Beschadiging van de zaaischijven door
omgeklapte egtanden
Borgpen niet verwijderen.
AANWIJZING
De instelling van de eghoek moet aangepast
worden aan de gebruiksomstandigheden. De
optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik
op het veld worden bepaald.
MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022
6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
CMS-T-00007379-A.1
CMS-I-00005586
CMS-T-00006627-B.1
CMS-T-00009568-A.1
CMS-T-00009569-A.1
1
2
CMS-I-00003184
71