1. De hendel 1 naar de dieptegeleidingsschijf
of dieptegeleidingsrol toe trekken, omhoog of
omlaag bewegen en in de gewenste positie laten
vastklikken
2. Alle dieptegeleidingsschijven of
dieptegeleidingsrollen op dezelfde hoogte
instellen.
Om de instelling van de zaaidiepte op het veld te
3.
controleren,
30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld
controleren, zie "Zaaidiepte controleren".
4. Als de gewenste zaaidiepte nog niet is bereikt,
de zaaischijfdruk aanpassen, zie "Zaaischijfdruk
hydraulisch instellen".
6.3.7.2 Dieptegeleidingsschijven of dieptegeleidingsrollen demonteren
AANWIJZING
De instelling van de zaaidiepte moet aangepast
worden aan de gebruiksomstandigheden. De
optimale instelling kan alleen tijdens het gebruik
op het veld worden bepaald.
Om de dieptegeleidingsschijf of
1.
dieptegeleidingsrol helemaal te verwijderen,
de hendel 1 helemaal naar onderen bewegen
en in het sleufgat 3 naar achteren schuiven tot
de dieptegeleidingsschijf of dieptegeleidingsschijf
van de sluiting 2 kan worden verwijderd.
2. Alle dieptegeleidingsschijven of
dieptegeleidingsrollen geheel verwijderen.
Om de instelling van de zaaidiepte op het veld te
3.
controleren,
30 m op werksnelheid zaaien en het werkbeeld
controleren, zie "Zaaidiepte controleren".
4. Als de gewenste zaaidiepte nog niet is bereikt,
de zaaischijfdruk aanpassen, zie "Zaaischijfdruk
hydraulisch instellen".
MG7327-NL-II | A.1 | 30.05.2022
6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
CMS-T-00007468-A.1
1
2
3
CMS-I-00005207
69