Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1. Schakel het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken... in.
2. Klik op Afdrukken...
3. Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert, wordt het bestand
automatisch opgeslagen in Mijn documenten.
Afdrukken in Macintosh
In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u moet afdrukken in Macintosh. U
moet de afdrukomgeving instellen voor u gaat afdrukken.
•
Verbonden via USB (zie "Macintosh" op pagina 35).
•
Verbonden met een netwerk (zie "Macintosh" op pagina 42).
Een document afdrukken
Als u afdrukt vanaf een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u
gebruikt de instelling van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Open het menu Archief en kies Pagina-instelling...
3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg
ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4. Open het menu Archief en klik op Druk af.
5. Kies het gewenste aantal exemplaren en geef aan welke pagina's u wilt
afdrukken.
6. Klik op Druk af.
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties van uw printer gebruiken.
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Archief. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven, is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het volgende.
•
De opties kunnen verschillen afhankelijk van de printer en de Mac
OS-versie.
•
Uw venster Voorkeursinstellingen kan verschillen, afhankelijk van
uw besturingssysteem of de toepassing die u gebruikt.
Het volgende venster is het eerste venster dat u ziet wanneer u het
printereigenschappenvenster opent. Selecteer andere geavanceerde
functies in de keuzelijst.
Lay-out
Op het tabblad Lay-out vindt u opties waarmee u de afdruklay-out van
het document kunt aanpassen. U kunt verschillende pagina's op één vel
papier afdrukken. Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst onder
Richting om toegang te krijgen tot de volgende functies.
•
Pagina's per vel: hier kunt u opgeven hoeveel pagina's op één vel
worden afgedrukt (zie "Meerdere pagina's op één vel papier
afdrukken" op pagina 64).
•
Lay-outrichting: hier kunt u de afdrukrichting op een pagina
selecteren, vergelijkbaar met de voorbeelden op de
gebruikersinterface.
•
Rand: hiermee kunt u rond elke pagina op het vel een kader
afdrukken.
•
Keer paginarichting om: hiermee kunt u het papier 180 graden
draaien.
Grafisch
Het tabblad Grafisch bevat opties voor de selectie van de Resolutie.
Selecteer Grafisch in de vervolgkeuzelijst onder Richting om toegang
te krijgen tot de grafische functies.
•
Resolutie (Kwaliteit): met deze optie stelt u de afdrukresolutie in.
Hoe hoger de instelling, hoe scherper tekens en afbeeldingen
worden afgedrukt. Als u een hoge instelling selecteert, kan het iets
langer duren voordat het document is afgedrukt.
Papier
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papier Type het type papier dat zich
bevindt in de lade van waaruit u wenst af te drukken. Op die manier krijgt
u de beste afdrukkwaliteit. Als u een ander type afdrukmateriaal plaatst,
moet u het overeenkomstige papiertype selecteren.
Afdrukken_ 63