Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Voorbedrukt: voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/
2
m
.
Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m
Kringlooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m
Als u reeds gebruikt papier in de printer plaatst, kunnen de
afdrukken kreukelen.
2
Archiefpapier: 70 tot 90 g/m
geruime tijd wilt bewaren (bijvoorbeeld in een archief).

Envelop

Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de
enveloppen.
De hoek voor de postzegel moet zich links bevinden en de kant van de
envelop met de postzegelhoek moet eerst in de printer gaan en moet in het
midden van de handmatige invoer worden geplaatst.
Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen
vertonen, opent u de achterklep, duwt u de hendel naar beneden en
probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken
geopend.
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
-
Gewicht: het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan
2
90 g/m
bedragen om te vermijden dat er een papierstoring optreedt.
-
Ontwerp: voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden
gelegd. Ze mogen niet meer dan 6 mm omkrullen en mogen geen
lucht bevatten.
-
Probleem: gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld of
beschadigd zijn.
-
Temperatuur: u moet enveloppen gebruiken die bestand zijn tegen
de druk en de hitte die tijdens het afdrukproces in het apparaat
ontstaan.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters,
gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere
2
.
2
.
. Selecteer deze optie als u de afdrukken
1
Hendel
Afdrukmedia en lade_ 53
synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte
kwaliteit.
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal
doorloopt tot in de hoek.
1
Aanvaardbaar
2
Onaanvaardbaar
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel voorzien zijn
dat compatibel is met de smelttemperatuur van het apparaat (ongeveer
170 °C gedurende 0,1 seconde). De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
Voor de beste afdrukkwaliteit moeten de marges minimaal 15 mm van
de rand van de envelop blijven.
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen.

Transparanten

Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend
transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
De te gebruiken transparanten moeten bestand zijn tegen de
fixeertemperatuur van het apparaat.
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat
hebt gehaald.
Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan
stof en vuil op afzetten, wat aanleiding geeft tot vlekken bij het
afdrukken.
Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten achterlaat. Dit
veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling
aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen.
Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken
hebben.
Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde.
Om te vermijden dat de afgedrukte transparanten aan elkaar blijven
kleven, moet u ervoor zorgen dat ze niet op elkaar worden gestapeld
terwijl ze worden afgedrukt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave