8.3
Thermostaten aansluiten
8.3.1
Thermostaten monteren
> Monteer de thermostaten volgens de betreffende
bedienings- en installatiehandleiding.
8.3.2 Thermostaten aan de elektronica aansluiten
b
Attentie!
Mogelijke materiële schade door ondeskun-
dige installatie!
Te lang afgemantelde aansluitdraden kunnen
tot kortsluitingen en schade aan de elektro-
nica leiden.
> Ontmantel kabels met 230 V voor de aan-
sluiting aan ProE-stekkers slechts zo ver
dat er geen kortsluiting mogelijk is.
b
Attentie!
Mogelijke materiële schade door ondeskun-
dige installatie!
Netspanning aan verkeerde stekkerklemmen
van het systeem ProE kan de elektronica ver-
nietigen.
> Sluit op de klemmen 7, 8, 9 en eBus (+,-)
geen netspanning aan.
i
Controleer of de draden mechanisch stevig
worden vastgehouden in de schroefklemmen
van de ProE-stekker.
De nodige aansluitingen op het elektrische systeem van
het CV-toestel (bijv. bij externe kamerthermostaten, bui-
tenvoelers e.d.) voert u als volgt uit:
> Open de elektronicabox (¬ hfdst. 8.1).
> Leid de aansluitleidingen van de aan te sluiten com-
ponenten door de kabeldoorvoeren (4) links aan de
onderkant van het toestel (¬ afb. 8.1)
> Leid de aansluitleidingen in de elektronicabox.
> Verkort de aansluitleidingen indien nodig.
> Verwijder ca. 2 - 3 cm van de mantel van de aansluit-
leiding.
> Isoleer de draden van de aansluitleidingen.
> Voorzie de geïsoleerde einden van de draden van
draadeinhulzen.
> Schroef de ProE-stekker met behulp van een schroe-
vendraaier aan de aansluitleidingen van de thermo-
staat vast.
> Steek de ProE-stekker in de bijbehorende stekker-
plaats van de elektronica (¬ afb. 8.2).
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC exclusiv 0020130717_01
Elektrische installatie 8
> Als u geen kamer-/klokthermostaat op de CV-ketel
aansluit, dan plaatst u een brug tussen klem 3 en 4
als er geen brug voorhanden is.
> Als u een kamer-/klokthermostaat op de CV-ketel aan-
sluit, verwijder dan de brug tussen klem 3 en 4 als er
een brug voorhanden is.
> Als u een weersafhankelijke temperatuurregeling of
kamertemperatuurregeling aansluit (aansluitklemmen
permanente regeling 7, 8, 9), plaats dan een brug tus-
sen klem 3 en 4 als er geen brug voorhanden is.
> Sluit de elektronicabox (¬ hfdst. 8.1).
> Om pompmodus 1 (doorlopende pomp) voor multicir-
cuitthermostaten te bereiken, stelt u de diagnosecode
d.18 pompmodus van 3 "intermitterend" op 1 "doorlo-
pend" (¬ hfdst. 10.1.4) in.
i
Houd er rekening mee dat bij aansluiting van
een maximumthermostaat (contactthermo-
staat) voor vloerverwarmingen de brug aan
de ProE-stekker verwijderd moet worden.
21