c
Selecteer een kleiner minimumfotoformaat.
d
Klik op OK.
Het aantal foto's dat kan worden afgedrukt, wordt naast Foto's weergegeven.
4
Klik op Foto's.
Het venster Fast Pics wordt weergegeven.
5
Als u alle foto's of afbeeldingen wilt afdrukken met dezelfde instellingen, selecteert u het gewenste formaat, het
formaat van het papier in de printer en het aantal gewenste exemplaren.
6
Ga als volgt te werk als u één foto of afbeelding tegelijk wilt afdrukken:
a
Klik op de foto's of afbeeldingen die u niet wilt afdrukken om de selectie op te heffen.
b
Ga als volgt te werk als u algemene wijzigingen wilt aanbrengen:
1
Klik met de rechtermuisknop op de foto of afbeelding.
2
Klik op Bewerken.
3
Selecteer de gewenste opties.
4
Volg de aanwijzingen op het scherm.
5
Klik op Gereed als u de wijzigingen hebt aangebracht.
6
Selecteer het gewenste formaat, het formaat van het papier in de printer en het gewenste aantal
exemplaren.
7
Klik op Nu afdrukken.
Foto's rechtstreeks vanaf een geheugenkaart of flashstation
afdrukken
1
Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld.
2
Plaats een geheugenkaart in een geheugenkaartsleuf van de printer of een flashstation in de PictBridge-poort van
de printer.
De printer schakelt automatisch over naar de modus Bestanden afdrukken als een geheugenkaart of
flashstation/thumbdrive alleen Microsoft Office-bestanden bevat. Alleen Microsoft Office-bestanden met de
bestandsextensies *.DOC, *.XLS en *.PPT worden herkend.
Opmerking: Als de geheugenkaart of het flashstation foto's bevat, schakelt de printer automatisch over naar de
modus Fotokaart. U sluit als volgt het menu Fotokaart:
a
Druk op
b
Druk herhaaldelijk op
c
Druk op
.
3
Druk op
om het menu Modus Bestanden afdrukken weer te geven.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op
.
of
tot Bestanden afdrukken is gemarkeerd.
of
tot het bestand dat u wilt afdrukken wordt gemarkeerd.
99