Foutbericht
•
Fout 1102
•
Fout 1203
•
Fout 1204
•
Fout 120F
(Procedure 1)
•
Fout 1102
•
Fout 1203
•
Fout 1204
•
Fout 120F
(Procedure 2)
Fout 1103
Fout 1104
Oplossing
Procedure 1
1
Verwijder de inktcartridges uit de inktcartridgehouders en sluit de
deksels van de houders.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het
stopcontact.
3
Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
4
Druk op
als de knop
5
Plaats de inktcartridges terug in de printer.
6
Als de fout:
•
niet opnieuw optreedt, is het probleem verholpen;
•
opnieuw optreedt, functioneert een van de cartridges niet
correct. Ga door met procedure 2.
Procedure 2
Voer deze procedure uit om te bepalen welke cartridge niet correct
functioneert.
1
Verwijder de inktcartridges uit de inktcartridgehouders en sluit de
deksels van de houders.
2
Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het
stopcontact.
3
Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
4
Druk op
als de knop
5
Plaats de zwarte of foto-inktcartridge terug in de printer.
6
Als de fout:
•
opnieuw optreedt, vervangt u de zwarte of foto-inktcartridge
door een nieuwe cartridge.
•
niet opnieuw optreedt, plaatst u de kleureninktcartridge terug
in de printer;
7
Als de fout opnieuw optreedt, vervangt u de kleureninktcartridge
door een nieuwe cartridge.
Controleer of de inktcartridges zijn geïnstalleerd. Zie voor meer infor-
matie "Inktcartridges installeren" op pagina 152.
1
Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2
Plaats de zwarte of foto-inktcartridge in de linkerhouder.
3
Plaats de kleureninktcartridge in de rechterhouder.
193
niet brandt.
niet brandt.