De gedeelde printer installeren op andere netwerkcomputers (op de clientcomputers)
Met de peer-to-peer-methode
a
Zet de printer naast de clientcomputer. Sluit het
telefoonsnoer en het netsnoer aan, maar sluit de
USB-kabel nog niet aan.
b
Plaats de cd met printersoftware in de computer.
c
Selecteer Persoonlijke installatie en klik op
Volgende.
d
Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de
printer en sluit het andere uiteinde aan op de client-
computer.
e
Klik op Annuleren in alle vensters van de wizard
Nieuwe hardware.
f
Ga akkoord met de licentieovereenkomst en klik op
Volgende.
g
Selecteer Firewallinstellingen en klik op
Volgende.
h
Selecteer Standaard of Geavanceerd en klik op
Volgende.
i
Volg de aanwijzingen op het scherm om de instal-
latie te voltooien. Als de installatie is voltooid, klikt
u op Voltooien.
j
Open de map Printers op de computer.
k
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van
de printer.
l
Klik op Eigenschappen.
m
Klik op de tab Poorten.
n
Klik op Poorten toevoegen.
o
Klik op Lokale poort in de lijst.
p
Klik op Nieuwe poort en geef de gedeelde naam
van de printer op als \\server\printernaam.
q
Klik op OK in alle vensters die worden weerge-
geven tot Eigenschappen wordt gesloten.
r
Maak de USB-kabel los van de printer en de client-
computer. Zet de printer weer naast de hostcom-
puter en sluit de printer aan op de hostcomputer
met de USB-kabel.
s
Herhaal deze procedure voor elke computer
waarmee u wilt afdrukken naar de gedeelde
printer.
Tips voor het installeren van een netwerkprinter
IP-adres toewijzen
Een IP-adres kan door het netwerk worden toegewezen met DHCP. Met het printerobject, dat tijdens de installatie
wordt gemaakt, worden via dit adres alle afdruktaken over het netwerk verzonden naar de printer met dit adres.
Op veel netwerken kunnen IP-adressen automatisch worden toegewezen. Met autoconfiguratie voor IP-adressen
kunnen apparaten een uniek IP-ades aan zichzelf toewijzen. Op de meeste netwerken wordt DHCP gebruikt voor het
toewijzen van adressen.
Met de point-and-print-methode
a
Ga naar een netwerkcomputer waarmee u wilt
afdrukken naar de gedeelde printer.
b
Blader op het netwerk tot u de naam vindt van de
printer die u hebt toegewezen in stap 4 op
pagina 32.
c
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram
en kies Openen of Verbinden.
d
Hiermee wordt een subset van de printersoftware
gekopieerd vanaf de hostcomputer. Er wordt een
printerobject toegevoegd aan de map Printers op de
clientcomputer.
33