•
De printer is niet in de buurt van andere elektronische apparaten geplaatst die storing kunnen veroorzaken met het
draadloze signaal.
•
Het draadloze netwerk gebruikt een unieke netwerknaam (SSID). Als dit niet het geval is, communiceert de printer/
afdrukserver mogelijk via een netwerk in de buurt waarvoor dezelfde netwerknaam wordt gebruikt.
•
De printer heeft een geldig IP-adres op het netwerk.
Netwerkprinter drukt niet af
•
Zorg ervoor dat alle kabels naar de printer, het stopcontact en de netwerkaansluiting stevig zijn aangesloten.
•
Controleer of het lampje
•
Controleer de status van de printer.
•
Controleer of het netwerk correct functioneert.
•
Raadpleeg de netwerkdocumentatie of neem contact op met degene die het netwerk heeft ingesteld als u niet zeker
weet of het netwerk correct functioneert.
•
Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd op de computer waarmee u de afdruktaak verzendt.
Opmerking: u moet het printerstuurprogramma installeren op elke computer die met de netwerkprinter wordt
gebruikt.
•
Controleer of de juiste printerpoort is geselecteerd.
•
Start de computer opnieuw op.
•
Verwijder de printersoftware en installeer deze opnieuw.
Problemen met Ethernet oplossen
•
"Printer die u wilt configureren, wordt niet weergegeven in de lijst met netwerkprinters" op pagina 35
•
"Kan niet afdrukken naar netwerkprinter" op pagina 35
Printer die u wilt configureren, wordt niet weergegeven in de lijst met
netwerkprinters
Controleer de stroomvoorziening
Controleer de Ethernet-aansluiting
Software is mogelijk niet goed geïnstalleerd Als u het probleem niet kunt oplossen met de bovenstaande aanwij-
Kan niet afdrukken naar netwerkprinter
Controleer de Ethernet-aansluiting
brandt en de aanduiding van de draadloze status wordt weergegeven.
Controleer of de printer is aangesloten op een voedingsbron en is
ingeschakeld. Zie voor meer informatie "De aan/uit-knop brandt niet" op
pagina 162.
Als u een afdrukserver gebruikt:
1
Controleer of de Ethernet-kabel niet is beschadigd.
2
Sluit het ene uiteinde van de Ethernet-kabel stevig aan de op printer
of de afdrukserver.
3
Sluit het andere uiteinde van de Ethernet-kabel aan op de
netwerkhub of de wandaansluiting.
zingen, verwijdert u de printersoftware en installeert u deze opnieuw.
Zie voor meer informatie "Software is mogelijk niet goed geïnstalleerd"
op pagina 164.
Als u een afdrukserver gebruikt:
1
Controleer of de Ethernet-kabel niet is beschadigd.
2
Sluit het ene uiteinde van de Ethernet-kabel stevig aan op de
printer.
3
Sluit het andere uiteinde van de Ethernet-kabel aan op de
netwerkhub of de wandaansluiting.
35