4.
Gebruik [
][
] om de onderstaande items in te
voeren:
•
De volgende items staan op 2 pagina's. Druk op
[R] om naar de volgende pagina te gaan en
druk op [B] om naar de vorige pagina te gaan.
Zorg dat u de gewijzigde instellingen voor ieder
afzonderlijk scherm opslaat.
"Antwoordmodus": gebruik [
selecteren hoe u video-conferentiegesprekken wilt
beantwoorden ("Handm." [fabrieksinstelling] of
"Auto") (Blz. 48).
"Max. bandbreedte": druk op [Enter] en gebruik
[
][
] om de maximum toegestane bandbreedte
te selecteren (512 kbps, 768 kbps, 1.0 Mbps,
1.2 Mbps, 1.5 Mbps, 2.0 Mbps, 2.5 Mbps,
3.0 Mbps, 3.5 Mbps, 4.0 Mbps, 4.5 Mbps,
5.0 Mbps, 5.5 Mbps, 6.0 Mbps, 6.5 Mbps,
7.0 Mbps, 7.5 Mbps, 8.0 Mbps, 8.5 Mbps,
9.0 Mbps [fabrieksinstelling], 10.0 Mbps).
Opmerking
•
De maximale bandbreedte tijdens een
video-conferentiegesprek past zich aan
volgens de laagste bandbreedte die door
een deelnemer is ingesteld.
•
U kunt geen hogere bandbreedte instellen
dan door de dealer is ingesteld. Raadpleeg
uw dealer voor meer informatie.
•
Wanneer u een 3-Party
video-conferentiegesprek begint, selecteer
dan "1.0 Mbps" of hoger. De beeldkwaliteit
en de geluidskwaliteit kunnen anders niet
worden gegarandeerd.
•
Wanneer u een 4-Party
video-conferentiegesprek begint, selecteer
dan "1.5 Mbps" of hoger. De beeldkwaliteit
en de geluidskwaliteit kunnen anders niet
worden gegarandeerd.
"Encryptie": gebruik [
AAN of UIT te zetten.
–
"AAN": versleuteling is ingeschakeld.
–
"UIT" (fabrieksinstelling): versleuteling is
uitgeschakeld.
Opmerking
•
Onthoud dat het wijzigen van de
versleutelinginstelling de communicatie
met andere partijen onmogelijk kan maken.
•
Houd er rekening mee dat als u
versleuteling uitschakelt, gesprekken
kunnen worden afgeluisterd op netwerken
die niet tegen dergelijke acties zijn
beveiligd.
][
] om te
][
] om de versleuteling
•
Als u geen waarde kunt bepalen voor
"Encryptie" omdat de instelling niet
beschikbaar is, neem dan contact op met
uw netwerkbeheerder.
•
Wanneer u verbinding maakt met een MCU
of niet-Panasonic videoconferentie
systeem, moet u "Encryptie" instellen op
"UIT" omdat versleuteling niet mogelijk is.
Bij beiden moet de versleuteling worden
uitgeschakeld.
"Video Kwaliteit": gebruik [
te maken tussen vloeiende beweging of
beeldscherpte.
–
"Beweging" (fabrieksinstelling): voorkeur voor
vloeiende beweging.
–
"Scherpte": voorkeur voor beeldscherpte.
Opmerking
•
Als u de KX-VC300 gebruikt, kan
"Scherpte" alleen worden geselecteerd
middels een licentiekaart (KX-VCS401)
waardoor u beelden in Full HD resolutie
kunt verzenden (Blz. 110).
•
Als één van de andere partijen een oudere
softwareversie gebruikt, zal "Beweging"
worden geselecteerd.
•
Als "Max. resolutie" wordt ingesteld op
"HD", en "Video Kwaliteit" wordt
veranderd van "Beweging" naar
"Scherpte", zal de instelling voor "Max.
resolutie" automatisch worden ingesteld
op "Auto".
"Max. resolutie": gebruik [
maximale beeldresolutie van de
hoofd-videocamera en sub-videocamera te
selecteren die tijdens een video-conferentiegsprek
wordt gebruikt.
"Full HD": maximale resolutie: 1920 ´ 1080
–
(deze modus verandert van
beeldschermresolutie op basis van de
netwerkconditie.)
–
"HD" (fabrieksinstelling [voor KX-VC300]):
maximale resolutie: 1280 ´ 720
(deze modus verandert van
beeldschermresolutie op basis van de
netwerkconditie.)
–
"Auto" (fabrieksinstelling [voor KX-VC600]):
deze modus selecteert ofwel "Full HD" of
"HD" volgens de beschikbare bandbreedte.
Opmerking
•
Het wordt aanbevolen om "Auto" of
"HD" te selecteren.
Contacten en instellingen
][
] om een keuze
][
] om de
Bedieningshandleiding
93