Over [7] (AF Tracking)
Als het onderwerp op het scherm wordt aangeraakt, wordt
het onderwerp het doelwit bij AF tracking.
• Het AF-kader (het kader voor AF tracking) wordt geel
weergegeven. Zelfs als de camera daarna wordt
bewogen, wordt continu scherpgesteld op het onderwerp
en wordt de belichting steeds navenant aangepast.
• Raak [T] aan en voer de handeling opnieuw uit als u een
nieuw onderwerp wilt kiezen.
Opmerking
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden en de eigenschappen van het onderwerp
kan de functie Gezichtsherkenning weigeren, het spoor van de bewegingen verliezen, of
een ander onderwerp gaan volgen.
– Het onderwerp is te klein
– Het onderwerp beweegt te snel
– Het onderwerp trilt te veel
– Er is te weinig of te veel licht voor het maken van een opname
– De achtergrond heeft dezelfde of bijna dezelfde kleur als het onderwerp
– Bij gebruik van de zoom
• Het kader voor AF tracking knippert rood en wordt dan niet meer weergegeven als het
aangeraakte onderwerp niet wordt herkend. Probeer het opnieuw.
• De opname zal worden gemaakt met [9] in [AF mode] als AF Tracking niet werkt.
• AF Tracking werkt niet bij gebruik van de functie Touch sluiter (P29).
• Onder de volgende omstandigheden kan de functie niet worden ingesteld op [7]
– Bij [Panorama assist], [Sterrenhemel], [Vuurwerk], [Speldenprik], [Zandstraal] en [Hoge
dynamiek] van de scènefunctie.
– Bij [B/W], [SEPIA], [COOL] en [WARM] in de kleurmodus.
• Het focusbereik is 10 cm (Groothoek) / 50 cm (Tele) tot 7.
Raadpleeg
P55
voor meer informatie.
Gevorderd (Opnamen maken)
[Macro stand]
- 81 -