De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt
door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de
omgevingstemperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen
gaan batterijen minder lang mee.
Haal de batterij na gebruik altijd uit het toestel.
• Doe een uit het toestel verwijderde batterij in een plastic zak om de batterij top te
bergen of mee te nemen, en vermijd daarbij contact met metalen voorwerpen (clips
o.i.d).
Als u de batterij per ongeluk laat vallen, controleer dan of de batterij en de
contactpunten hierdoor niet beschadigd zijn geraakt.
• Als u een beschadigde batterij in het toestel plaatst, zal het toestel beschadigd raken.
Neem opgeladen reservebatterijen mee als u op weg gaat.
• U dient eraan te denken dat de gebruiksduur van de batterijen korter wordt bij lage
temperaturen zoals op skipistes.
• Vergeet niet de batterijlader (bijgeleverd) mee te nemen als u op reis gaat, zodat u
tijdens uw reis de batterij kunt opladen.
Ontdoe u van onbruikbare batterijen.
• Batterijen hebben een beperkte levensduur.
• Gooi batterijen niet in open vuur; dit kan ontploffing veroorzaken.
Raak de contactpunten van de batterij niet aan met metalen voorwerpen (zoals
halskettingen, haarpennen, etc.).
• Dit kan kortsluiting of hitte veroorzaken en u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als u
de batterij aanraakt.
• Als u een batterijoplader vlak bij een radio gebruikt, kan dit de radio-ontvangst storen.
• Houd de oplader 1,0 m of meer verwijderd van een radio.
• De oplader kan een zoemend geluid genereren wanneer deze gebruikt wordt. Dit is
geen storing.
• Na gebruik moet u de batterijoplader uit het stopcontact halen. (Als u de stekker in het
stopcontact laat zitten, wordt nog steeds een beetje stroom verbruikt.)
• Houd de contactpunten van de oplader en de batterij schoon.
Overige
Batterij
Oplader
- 121 -