[Opname]-stand: 4 1 < 5 /
Opnamen maken met de zelfontspanner
Selecteer [Zelfontspanner] in het opnamemenu.
Selecteer een instelling.
• Sluit het menu na het instellen.
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de knop
vervolgens helemaal in om de
opname te maken.
• Het zelfontspannerlampje A knippert en
de ontspanknop wordt na ongeveer 10
seconden (of 2 seconden) geactiveerd.
• Als u [Annul] aanraakt na het instellen van
de zelfontspanner, wordt de instelling van
de zelfontspanner geannuleerd.
Opmerking
• Bij gebruik van een statief, etc. komt het van pas om de zelfontspanner in te stellen op 2
seconden, om de trillingen op te vangen van het drukken op de sluiter.
• Zodra u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt vlak vóór het maken van de
opname automatisch op het onderwerp scherp gesteld. Op donkere plaatsen zal het
zelfontspannerlampje knipperen en kan dit vervolgens helder gaan schijnen om als AF-
hulplicht te dienen, zodat het toestel beter op het onderwerp kan scherp stellen.
• Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
• Het aantal opnamen dat met [Flitsburst] van de scènefunctie kan worden gemaakt, staat
vast ingesteld op 5.
• De zelfontspanner kan niet worden ingesteld op 10 seconden wanneer [Zelfportret] van
de scènefunctie is geselecteerd.
• Onder de volgende omstandigheden kan de zelfontspanner niet worden ingesteld.
– In [Hi-speed burst] van de scènefunctie
– Bij het opnemen van bewegende beelden
Gevorderd (Opnamen maken)
- 57 -
(P39)