1
g0131
11
Figuur 28
1. Lynchpen
2. Plug gesloten
3. Zodra de tank volledig leeg is, sluit u de aftapplug en
monteert u de plug aan de beugel met de lynchpen
die eerder is verwijderd (Figuur 28).
4. Vul de tank met minstens 190 liter schoon water
en sluit het deksel.
Opmerking: Indien nodig kunt u een
reinigings-/neutraliseermiddel toevoegen aan het
water. Gebruik alleen schoon water voor de laatste
spoeling.
5. Start de motor.
6. Zet de schakelhendel in de neutraalstand,
trap het gaspedaal volledig in en zet de
motortoerentalbegrenzer van de neutraalstand op
Aan.
7. Zorg ervoor dat de mengregelklep is ingeschakeld.
2
3
4
3. Aftapplug van tank
4. Plug open
8. Schakel de pomp in en zet de druk op een hoge
instelling met behulp van de schakelaar voor de
gebruiksdosis.
9. Zet de hoofdschakelaar en de schakelaars van de
spuitbomen op Aan om te beginnen met spuiten.
10. Laat al het water in de tank via de spuitdoppen naar
buiten spuiten.
11. Controleer of alle spuitdoppen naar behoren
werken.
12. Zet de hoofdschakelaar en de pompschakelaar op
Uit en zet de motor af.
13. Herhaal stappen 4 tot en met 12 nog minstens 2
keer om er zeker van te zijn dat het spuitsysteem
volkomen is gereinigd. Laat bij de laatste cyclus de
laatste paar liter water door de aftapklep lopen om
de afvoerbuizen te reinigen.
14. Reinig de zuigkorf; zie Zuigkorf reinigen in het
hoofdstuk Reiniging.
Belangrijk: Als u bevochtigbaar poeder
gebruikt, moet u de zuigkorf na elke tank
reinigen.
15. Spuit met een tuinslang de buitenkant van de
spuitmachine schoon. Gebruik hierbij schoon
water.
16. Verwijder de spuitdoppen en reinig ze met de hand.
Vervang versleten of beschadigde spuitdoppen.
34