Condensaatafvoer
Slangverbinding
Voedingskabel aansluiten
Voedingskabel extern 3 x 2,5 mm²
Zekering door de klant te voorzien
230 V / 16 A
Werkschakelaar
3063413_201812
4. Montage / opstelling
In leveringstoestand zijn beide aansluitstukken voor de condensaatafvoer met een slang
verbonden. Om de condensaatafvoer bijv. via een condensaatpomp (toebehoren, art.
nr. 6800122) te waarborgen, moet de slang in het midden worden doorgesneden en
moeten beide uiteinden in de ervoor voorziene openingen van de condensaatpomp
worden gestoken (raadpleeg hiervoor de montagehandleiding van de condensaatpomp).
De condensaatafvoer kan ook gebeuren via een sifon.
De condensaatafvoer moet tegen vorst worden beschermd!
Let op
De links onderaan aan het toestel aangebrachte voedingskabel vast verleggen en
aansluiten op een door de klant voorziene aansluitkast.
Voedingskabel extern 3 x 2,5 mm²
Zekering door de klant te voorzien 230 V / 16 A
Bij de installatie van het toestel moet een van buitenaf toegankelijke op alle polen
werkende netschakelaar worden geïnstalleerd.
Bij aansluiting van een afstandsbediening
de bekabeling uitvoeren overeenkomstig de meegeleverde "Bedieningshandleiding
regeling".
7