6.4
Ramen
De ramen van de camper zijn voorzien van een verduisteringsrolgordijn en een rol-
Vóór vertrek altijd de ramen sluiten.
Sluit al naar gelang de weersomstandigheden de ramen zover, dat er geen vochtig
Sluit bij het verlaten van de camper altijd de ramen.
Bij sterke temperatuurverschillen kan zich binnenin de dubbele beglazing van
Open of sluit voor het openen en sluiten van de uitzetramen alle vergrendelings-
6.4.1
Raam bestuurderscabine (passagierszijde)
Afb. 54
Openen:
1. Grendels (Afb. 54/2) verticaal zetten.
2. Raam met de greep (Afb. 54/1) openen.
Sluiten:
1. Raam met de greep (Afb. 54/1) sluiten.
2. Grendels (Afb. 54/2) horizontaal zetten.
CAR-0002-01NL
hor. De verduisteringsrolgordijn of rolhor langzaam in de uitgangspositie terug lei-
den, om deze niet te beschadigen.
kan binnendringen.
plexiglas door condenswater een lichte aanslag vormen. De aanslag verdwijnt bij
stijgende temperatuur weer.
hendels aan het uitzetraam.
Raam bestuurderscabine (passagierszijde),
gesloten
6
Wonen
69