9
Inbouwapparatuur
3. Draairegelaar (Afb. 131/1) op 0-stand draaien.
4. Draairegelaar (Afb. 131/1) ingedrukt houden en op grote vlam draaien.
5. Maximaal 10 seconden ingedrukt houden, tot de ontstekingsprocedure voltooid is.
6. Draairegelaar (Afb. 131/1) loslaten.
7. Met de draairegelaar (Afb. 131/1) de gewenste vlamsterkte instellen.
Uitschakelen:
1. Draairegelaar (Afb. 131/1) op "0"-stand draaien. De vlam gaat uit.
2. Gasafsluiter "kookplaat" en hoofdafsluiter op de gasfles sluiten.
3. Laat de gasfornuis eerst afkoelen. Sluit de afdekking.
Wanneer de vlam dooft, blokkeert de ontstekingsbeveiliging automatisch de gas-
Meer gegevens en aanwijzingen over het gasfornuis vindt u in de bijgevoegde ge-
9.4
Koelkast
Tijdens het rijden mag de koelkast alleen via het boordnet met de 12 V-voeding worden
aangedreven.
Bij een omgevingstemperatuur boven +40 °C is een optimale koeling niet meer gegaran-
deerd. Verwijder in dit geval de ventilatieroosters van de koelkast voor een betere ventila-
tie.
Het koelvermogen van de absorptiekoelkasten bedraagt maximaal 25 °C temperatuurver-
schil.
Meer aanwijzingen en instructies voor de bediening en onderhoud van de koelkast
9.4.1
Automatisch bedrijf koelkast
1. Toets A op de koelkast indrukken. De elektronica kiest zelf uit de drie mogelijke ener-
De besturingselektronica zorgt er automatisch voor, dat de koelkast werkt op de desbe-
treffende optimale energiebron.
Terugkeren naar manuele selectie is te allen tijde mogelijk.
Van de besturingselektronica wordt overeenkomstig de prioriteitsvolgorde gas als
152
De vlam wordt door elektrische ontsteking aangestoken.
toevoer.
bruiksaanwijzing van de fabrikant van de apparatuur.
vindt u in de bijgevoegde gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de apparatuur.
giebronnen 230 V, 12 V en vloeibaar gas.
optie pas dan geselecteerd, wanneer geen van beide elektrische energiesoorten
ter beschikking staat.
CAR-0002-01NL