INPUT MENU (Ingangsmenu)
HDMI
Alleen HDMI1, HDMI2, OPTION
(TMDS)*
-ingangen
2
HDMI MODE
(HDMI-modus)
HDCP VERSION (HDCP-versie) Selecteer [HDCP 1.4] of [HDCP 2.2].
HDR
EQUALIZER
SIGNAL FORMAT
(Signaalformaat)
OVERSCAN (Overscannen)
Alleen HDMI1, HDMI2, OPTION
(TMDS)*
, COMPUTE MODULE*
2
ingangen
VIDEO RANGE
(Videobereik)
COLORIMETRY
(Colorimetrie)
CEC
CEC
POWER CONTROL LINK
(Voedingsregelingskoppeling)
AUDIO RECEIVER
(Audio-ontvanger)
SEARCH DEVICE
(Apparaat zoeken)
BACKGROUND COLOR
(Achtergrondkleur)
Hiermee stelt u de HDMI-modus in.
MODE1 (Modus1): De maximale resolutie is 3840 x 2160 (30 Hz).
MODE2 (Modus2): De maximale resolutie is 3840 x 2160 (60 Hz), HDCP 2.2 of HDR.
Hiermee selecteert u het type HDMI-modus (versie) [MODE1] (Modus 1) of [MODE2] (Modus 2).
MODE1 (Modus1): DISABLE (Uitschakelen)
MODE2 (Modus2): ENABLE, DISABLE (Inschakelen, Uitschakelen)
OPMERKING:
Als [HDMI MODE] (HDMI-modus) is ingeschakeld op [MODE1] (Modus 1), wordt deze
functie uitgeschakeld).
Compenseert het videosignaal voor betere stabiliteit van het beeld.
Als het beeld knippert of beeldruis optreedt, wijzig dan de instelling.
Voor sommige videoformaten kan een andere scanmodus nodig zijn om het beeld zo goed mogelijk weer
te geven.
-
1
Hiermee kunt u het gradatiebereik aanpassen dat moet worden weergegeven in overeenstemming met het
videosignaal om zo de wit- en zwarttinten van het beeld te verbeteren.
Hiermee selecteert u de instelling van de kleurenruimte.
Biedt met CEC compatibele mediaspelers, die via HDMI zijn aangesloten, de mogelijkheid om te
communiceren en maakt beperkte besturing tussen het apparaat en de monitor mogelijk. Alleen
beschikbaar voor HDMI-ingangen.
Wanneer [MODE1] (Modus1) of [MODE2] (Modus2) wordt geselecteerd, worden de volgende functies
automatisch geactiveerd:
Wanneer het compatibele apparaat wordt opgestart uit de stand-bymodus, werkt deze eenheid ook samen
om vanuit de stand-bymodus weer in te schakelen.
- Wanneer een aangesloten CEC-media-apparaat wordt afgespeeld, zal de monitor inschakelen en/of
overschakelen op de HDMI-ingang met het aangesloten media-apparaat.
- De draadloze afstandsbediening van de monitor kan worden gebruikt om een aantal functies van de
mediaspeler te bedienen.
Wanneer [MODE1] (Modus1) is geselecteerd, zijn de CEC-functies van de draadloze afstandsbediening:
1 (9), 2 (4), 3 (:), 5 (<), 6 (;), ENT, EXIT (Afsluiten), , , +, –, MUTE (Dempen), VOL+, VOL–.
Wanneer [MODE2] (Modus2) is geselecteerd, zijn de CEC-functies van de draadloze afstandsbediening:
0 tot en met 9 en – op het toetsenbord, ENT, EXIT (Afsluiten), , , +, –, GUIDE (Gids), MUTE
(Dempen), SET/POINT ZOOM (Instellen/Specifiek zoomen), VOL+, VOL–, CH/ZOOM+ (Kanaal/
Zoomen +), CH/ZOOM– (Kanaal/zoomen –).
Afhankelijk van het type van het aangesloten apparaat is het mogelijk dat de CEC-functies niet werken
zoals beschreven.
Niet alle fabrikanten bieden hetzelfde niveau van CEC-integratie en -besturing, of zij kunnen alleen
ondersteuning bieden voor hun eigen producten.
OPMERKING:
Wanneer [MODE1] (Modus 1) of [MODE2] (Modus 2) is geselecteerd, is POINT ZOOM
(Specifiek zoomen) gedeactiveerd.
Het HDMI-CEC-compatibele apparaat gaat tegelijk met de monitor in stand-by wanneer de STANDBY-
knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt, of wanneer de ⏻-knop op de monitor wordt ingedrukt.
OPMERKING:
Het aangesloten HDMI-CEC-compatibele apparaat gaat mogelijk niet in stand-by als het
aan het opnemen is.
Wanneer [ENABLE] (Inschakelen) is geselecteerd, wordt de externe luidspreker die is aangesloten op de
monitor gedempt en voert de aangesloten audioapparatuur met ARC-functie het geluid uit.
Wanneer [DISABLE] (Uitschakelen) is geselecteerd, wordt de aangesloten audioapparatuur met ARC-
functie gedempt en voert de externe luidspreker die is aangesloten op de monitor het geluid uit.
OPMERKING:
Het kan even duren om het geluid uit te voeren bij het wijzigen van de instellingen van
[AUDIO RECEIVER] (Audio-ontvanger), maar dit is geen storing van de monitor.
Hiermee wordt de HDMI-ingang voor een aangesloten CEC-apparaat gezocht en vervolgens het type en
de geregistreerde naam van het apparaat aangegeven.
U kunt van apparaatingang wisselen door het aangegeven apparaat te selecteren.
Past de kleur aan van de randen die worden weergegeven wanneer een afbeelding niet het hele
scherm vult.
Deze randen worden bijvoorbeeld weergegeven bij de weergave van een 4:3-beeld. Picture-By-Picture
(Beeld naast beeld) in Multi-Picture Mode (Multibeeldmodus) is ingeschakeld en de twee ingangen vullen
het scherm niet volledig.
Druk op de + knop om de randen lichter te maken, het niveau kan worden verhoogd tot de kleur wit is.
Druk op de – knop om de randen donkerder te maken, het niveau kan worden verlaagd tot de kleur zwart is.
Nederlands−90