Inhoudsopgave
Advertenties
PICTURE MENU (Beeldmenu)
IMAGE FLIP (Beeld spiegelen)
IMAGE FLIP
(Beeld spiegelen)
NONE (Geen)
H FLIP (H-spiegelen)
V FLIP (V-spiegelen)
180° ROTATE
(180° roteren)
OSD FLIP
(OSD spiegelen)
MULTI PICTURE (Multibeeld)
MULTI PICTURE MODE
(Multibeeld-modus)
AUDIO
ACTIVE PICTURE
(Actief beeld)
ACTIVE FRAME (Actief kader) Het actieve beeld wordt binnen een wit kader weergegeven.
Hiermee wijzigt u de oriëntatie van de afbeelding naar links/rechts, omhoog/omlaag of geroteerd.
Druk op de + knop of – knop om te selecteren.
OPMERKING:
• Wanneer een optie in IMAGE FLIP (Beeld spiegelen) is geselecteerd, met uitzondering
van [NONE] (Geen), zijn de volgende functies uitgeschakeld: [MULTI PICTURE MODE]
(Multibeeld-modus), STILL (Stilstaand beeld), POINT ZOOM (Specifiek zoomen),
[ROTATE] (Roteren) en [TILE MATRIX] (Tegelmatrix).
• Wanneer het ingangssignaal interlaced is, kan het beeld vervormd zijn.
• Deze functie vervalt als de optie IMAGE FLIP (Beeld spiegelen) is geselecteerd,
behalve voor [NONE] (Geen), als de ingang is ingesteld op [DisplayPort1] en
[DisplayPort VERSION] (DisplayPort-versie) vervolgens wordt ingesteld op [1.4] of als de
[SCREENSAVER] (Screensaver) wordt ingesteld op [MOTION] (Beweging).
Normale modus.
Spiegelt de afbeelding links/rechts.
Spiegelt de afbeelding boven/beneden.
Hiermee wordt het beeld 180 graden geroteerd.
Bepaalt de oriëntatie van het OSD-menu.
Als [ON] (Aan) is geselecteerd, wordt de oriëntatie van het OSD aangepast op basis van de selectie voor
[IMAGE FLIP] (Beeld spiegelen).
Wanneer [OFF] (Uit) is geselecteerd, wordt één beeld weergegeven.
Selecteer [2PIP], [2PBP] of [4PBP] en selecteer de invoer voor elk beeld.
2PIP
A
B
2PBP
A
B
4PBP
A
B
A: PICTURE 1 (Beeld 1)
C: PICTURE 3 (Beeld 3)
C
D
OPMERKING:
• Deze functie vervalt als een van de volgende functies actief is: [MOTION] (Beweging)
in [SCREEN SAVER] (Screensaver), [IMAGE FLIP] (Beeld spiegelen) (behalve voor
[NONE] (Geen)), [TILE MATRIX] (Tegelmatrix), [QUICK INPUT CHANGE] (Snelle
ingangswijziging), [DUAL DAISY CHAIN MODE] (Modus voor dubbele serieschakeling)
of als de ingang is ingesteld op [DisplayPort1] en de [DisplayPort VERSION]
(DisplayPort-versie) wordt ingesteld op [1.4].
• De functies STILL (Stilstaand beeld) of POINT ZOOM (Specifiek zoomen) werken niet
wanneer deze functie is ingeschakeld.
• Als [CEC] is ingesteld op [MODE1] (Modus 1) of [MODE2] (Modus 2), kan de instelling
van [MULTI PICTURE] (Multibeeld) via de afstandbediening beperkingen hebben.
• DisplayPort-invoer heeft een beperking wanneer beeldnummer is ingesteld op [4PBP].
Binnen de selectie van [DisplayPort1], [DisplayPort2], [OPTION (DisplayPort)] kunt u
slechts twee ingangen instellen. Als het beeldnummer is ingesteld op [4BPB], vervalt
[ROTATE] (Roteren).
Selecteert welke audiobron moet worden gebruikt wanneer [MULTI-PICTURE] (Multibeeld) is ingeschakeld.
Wanneer een van beide beelden is geselecteerd, wordt het geluid van dat beeld weergegeven.
OPMERKING:
[AUDIO INPUT] (Audio-ingang) wordt gedeactiveerd door deze functie.
Wanneer [MULTI PICTURE MODE] (Multibeeld-modus) op [OFF] (Uit) staat, is [PICTURE1] (Beeld 1) het
actieve beeld. Wanneer [MULTI PICTURE MODE] (Multibeeld-modus) op [ON] (Aan) staat, selecteert u
een actief beeld uit verschillende beelden.
Nederlands−96
B: PICTURE 2 (Beeld 2)
D: PICTURE 4 (Beeld 4)
Advertenties
Inhoudsopgave
