PROETECET (Beschermen)
PROTECT MENU (Menu Bescherming)
POWER SAVE SETTINGS
(energiebesparende instellingen)
POWER SAVE
(Energiebesparing)
TIME SETTING (Tijdinstelling) Stelt de hoeveelheid tijd in die de monitor moet wachten op het ingangssignaal voordat deze in de
POWER SAVE MESSAGE
(Energiebesparingsbericht)
QUICK START
(Snel aan de slag)
THERMAL MANAGEMENT
(Warmtebeheer)
FAN CONTROL
(Ventilatiebesturing)
FAN SPEED
(Ventilatorsnelheid)
DISPLAY (Scherm)
FAN STATUS (Ventilatorstatus) Toont de status van de interne ventilator van de monitor.
INTERNAL TEMPERATURE
(Interne temperatuur)
SLOT (Sleuf)
FAN STATUS (Ventilatorstatus) Toont de status van de ventilator voor de optionele kaart.
INTERNAL TEMPERATURE
(Interne temperatuur)
SYSTEM FAN REQUIREMENT
(Vereiste systeemventilator)
OPTION
COMPUTE MODULE
Stelt de monitor in staat om al dan niet over te gaan naar de energiebesparende modus. Wanneer
[ENABLE] (Inschakelen) is geselecteerd, gaat de monitor in de energiebesparende modus nadat de
periode is verstreken waarin geen ingangssignaal is gedetecteerd of er signaalverlies is opgetreden.
Wanneer de monitor in de energiebesparende modus staat, zal de ledstroomindicator van kleur
veranderen. Raadpleeg de stroomindicatortabel
geselecteerd, gaat de monitor niet in de energiebesparende modus.
Raadpleeg de specificaties van de monitor (zie
"P555" op pagina
80,
"MA431" op pagina
voor informatie over het stroomverbruik.
OPMERKING:
• Wanneer de monitor op een computer is aangesloten, is het mogelijk dat de
beeldschermadapter van de computer niet stopt met het verzenden van digitale
gegevens, ook al is er geen beeld op het scherm. Als dit gebeurt, schakelt de monitor
niet over naar de stand-bymodus.
• Als [AUTO OFF] (Automatisch uitschakelen) of [CUSTOM] (Aangepast) is geselecteerd
in [HUMAN SENSING] (Persoonsdetectie)*
*
: De functie is alleen beschikbaar wanneer er verbinding is met de optionele sensoreenheid.
1
energiebesparingsmodus gaat.
Toont een bericht wanneer de monitor in de spaarstand gaat.
Als [ENABLE] (Ingeschakeld) is geselecteerd, schakelt de monitor snel in wanneer een signaal wordt
gedetecteerd. Door deze optie in te schakelen, wordt in de stand-bymodus meer stroom verbruikt.
Wanneer [AUTO] (Automatisch) is geselecteerd, zullen de ventilatoren alleen worden ingeschakeld
wanneer de interne temperatuur de bij een van de sensoren in dit menu ingestelde temperatuur bereikt.
De ventilatoren worden automatisch uitgeschakeld wanneer de monitor is afgekoeld. Wanneer [ON] (Aan)
is geselecteerd, staan de ventilatoren altijd aan. De ventilatoren kunnen niet handmatig worden
uitgeschakeld.
Gebruik de + en – knop op de afstandsbediening om de maximale interne temperatuur aan te passen
die de monitor kan bereiken voordat de ventilator wordt ingeschakeld wanneer [AUTO] (Automatisch) is
geselecteerd.
De [FAN SPEED] (Ventilatorsnelheid) kan worden aangepast tussen LOW (Laag) en HIGH (Hoog).
Toont de status van de interne temperatuur van de monitor.
Toont de interne temperatuur van de monitor.
Toont de interne temperatuur van de optionele kaart.
Toont de interne temperatuur van de optionele kaart.
Toon de vereiste werking van de optionele kaart.
Nederlands−102
(ziepagina
75). Wanneer [DISABLE] (Ingeschakeld) is
"P435" op pagina
78,
"P495" op pagina
81,
"MA491" op pagina 82
en
, werkt de energiebesparingsfunctie niet.
1
79,
"MA551" op pagina
83)